Home   Email  

 

Vissen op...
Snoekbaars
Snoek
Zeelt
Karper
Brasem
Baars
Barbeel
Paling/Aal
Roofblei
Meerval
Vijverforel
Voorn
Droomvissen

 

 

Vissen op Karper
Voeren 

Klik op de afbeelding voor een vergroting  

Algemeen Materiaal 1 Materiaal 2 Dobbervissen Afstandvissen
Voeren   RigsBoilies/partikels Artikels Knopen


VOEREN

 

Waarom voeren we vooraf ?  
Overduidelijk omdat we in de eerste plaats karper willen vangen en omdat reeds duidelijk gebleken is dat dit met voeren beter lukt. Maar er zijn verschillende manieren om dit te doen, afhankelijk van de tijd waarover je beschikt en het water waarop je vist of wil vissen. Bereid het voeren dan ook degelijk voor. Kies de voerplaats met zorg. Peil vooraf en stel je op de hoogte van bodemstructuur en obstakels. Ook het voeren zelf vereist een bepaalde precisie en visie. Niet te wijd en niet te veel op een hoop, denk na over waar je mee bezig bent en wat je wil bereiken. De verschillende mogelijkheden komen hier apart aan bod. Aan u de keuze wat je de volgende sessie kan gebruiken. 
De nadelen van vooraf voeren
---Bij grote afstanden tot het viswater is het bijna onmogelijk.
---Het is erg tijdrovend, zowel het op en neer rijden als het maken van het voer.
---Op druk bevist water is het goed mogelijk dat u voerplaats door een andere visser
     is ingenomen.
Hoeveelheden en wat voor voer 
Het meest objectieve uitgangspunt voor de hoeveelheid voer is in de eerste plaats de watertemperatuur. Hoe kouder, hoe minder de vissen eten en hoe langer het duurt voor ze een maaltijd verwerkt hebben en terug beginnen azen. Verder bepaalt het water de hoeveelheid voer. Het is anders op een karpervijver, kanaal, groot of klein water. We gaan er van uit dat we als voorbeeld  in de zomer vissen   (toch nog steeds de beste tijd voor het karpervissen) en in een min of meer normaal  Belgisch/Nederlands water. De grote meren in het buitenland wijken hier in principe iets van af, en daar mag het altijd wel iets meer zijn.
Hou hier echter steeds rekening met volgend gegeven:
Liever regelmatig weinig voeren dan veel af en toe. 
Boilies: 1100 tot max 1500 gram per dag is voldoende. In de praktijk had een grotere hoeveelheid geen extra effect. De belangrijkste reden is dat je niet meer karpers kan voeren dan er langskomen. Komen er niet genoeg karpers op de voerstek, dan kan het effect van teveel voer zelfs erg nadelig werken. Voorts  worden de boilies die er te lang liggen ingeweekt en worden ze hierdoor witvisgevoeliger. De vissen of vis moet hebberig blijven en met de juiste hoeveelheid ligt hij op extra voer te wachten of komt geregeld kijken of er weer iets te rapen valt. Omdat je met boilies iets selectiever vist op grotere exemplaren, ligt het rendement per vissessie iets lager. Twee tot vier aanbeten per sessie is vrij normaal, al zijn er ook van die dagen dat de het beduidend meer kan zijn.
Partikels: Maïs, kikkererwten of iets anders kan gebruikt worden om een voerstek met boilies te ondersteunen en beter zichtbaar te maken, maar ze kunnen ook  zuiver gebruikt worden. De witvisgevoeligheid is echter beduidend hoger. Beoogt u alleen grote karpers, dan zijn ze eerder af te raden. Maar het zou geen vissen zijn moest het nooit anders zijn. In een kanaal, kapervijver of langs de kant zijn twee tot drie kg ruim voldoende.
Het aantal voerdagen:
Met de komst van boilies is ook het selectief karpervissen begonnen. Met zachtere aassoorten was deze selectie matig en een weekje voeren was toch wel het minimum. Nu kan het met boilies wel met minder dagen. Maar ook hier zijn enkele globale regels. Voer je, voer dan dagelijks. Om de twee dagen voeren heeft minder resultaat. Wat de ene dag opgebouwd wordt breek je de volgende dag af.
Doorvoeren:
Vis je de eerste sessie met enig resultaat, dan wordt er twee dagen doorgevoerd. Daarna volgt de tweede sessie. Op deze manier kan de stek verschillende weken aangehouden worden. De ideale manier, maar ook geen 100% garantie, zoals steeds  bij vissen. 
Het resultaat van voeren:
Gewoonlijk moet na een voercampagne, om het even hoe lang, de eerste beet in de eerste vier uur komen. Dan kun je er van uit gaan dat de voercampagne zeer succesvol  kan worden. Duurt het langer, dan ligt het heus niet aan het weer maar eerder aan de keuze van de voerplaats. Vis je een dag volledig zonder beet, dan is het zinloos de volgende dag te proberen. De kans op nog een blank is met 50% toegenomen. Eventueel kan je een tweede poging wagen een week later, maar zeker niet op kortere termijn. Het steeds nieuwe stekken beginnen kan zeer succesvol zijn wanneer je op zoek gaat naar grote karpers. Je zoekt in dit geval de vis op en super vissen liggen nu eenmaal niet zo dik onder water. Daarbij zijn het juist die vissen die je vaak in de start van een nieuwe sessie vangt omdat ze de voederplaats domineren. 
Wanneer houdt een voerstek op:
Eigenlijk zou een voerstek onbeperkt kunnen duren, maar alleen in uitzonderlijke gevallen kan het rendabel zijn om maandenlang te blijven zitten. De eerste week, en zelfs de eerste dag is meestal de beste. Niet waar het hoeveelheden betreft, maar wel degelijk voor wat de grote van de vis betreft. Twee weken voeren en vissen zijn zelfs op groot water voldoende voor het beoogde resultaat. Daarna is het meestal beter gewoon op een nieuwe stek te beginnen. Laat de stek ook minimaal enkele weken rusten voor je een tweede poging begint.
Enkele voertechnieken:
---Normaal voeren max 1.5 kg
---Veel voeren (5 tot 15 kg) per dag 3 dagen. Voor wateren waar veel gevist
     wordt.
---Verspreid voeren, in strepen of oeverzones. Werkt ook op dressuur water.
---Compact voeren. Als de plaats erg beperkt is of je de vis weet zitten.
---Volledig water verspreid aanvoeren. Vraagt veel voer en duurt altijd lang, maar
     werkt wel op echt moeilijk water. 

 
 Lange voercampagne
Een lange voercampagne heeft bijna altijd het gewenste resultaat. 2 tot 3 weken vooraf voer je  elke dag op hetzelfde tijdstip, met voer van dezelfde samenstelling als het aas dat zal gebruikt worden. Tegenwoordig zijn dat vaak boilies of partikels. Een ander voer is aardappel, maar dat verzuurt veel vlugger als de vissen het de eerste dagen niet weten te vinden. Maïs uit blik heeft het grote voordeel  dat het altijd beschikbaar is en niet prijzig. De hoeveelheid hangt veel af van het water en de daar aanwezige vissen. Echt veel is niet nodig, twee blikjes maïs per dag voldoen uitstekend. Op groot water is enkele kilo dan meer gebruikelijk.  Tijdens het vissen wordt niet bijgevoerd. We zorgen alleen voor wat verspreid aas rond het haakaas. Vis je verschillende dagen na elkaar, dan wordt er wel doorgevoerd, maar in mindere mate, en liefst weer op hetzelfde uur. 
Bij deze manier van voeren merken we vaak reeds na enkele dagen de aanwezigheid van karper op de voerstek. Dit uit zich in bellen op en rond de voerstek, door het opwoelen van modder op de bodem of door karpers die hun aanwezigheid duidelijk laten merken door aan het oppervlak te tollen of zelfs op te springen. Bedwing in alle gevallen de neiging om onmiddellijk te beginnen met vissen.  Zelf gebruik ik deze methode alleen tijdens de gesloten tijd, om dan op de openingsdag van het visseizoen in alle vroegte met vissen te starten.
 
 Drie tot vijf dagen voeren
Werkt goed op de meeste wateren. (1 tot 3 kg per dag). De te volgen methode is vrij simpel. Na het vinden van een geschikte stek wordt er drie dagen gevoerd. De eerste vissessie op de vierde dag behoeft niet langer te duren dan vier tot zes uur. Het dagelijks voertijdstip is wel van belang en liefst steeds op hetzelfde uur. Probeer dit te doen op het tijdstip dat de karpers normaal azen. In veel waters is dit de laatste vier uur voor zonsondergang of s'morgens vroeg. Dat verschilt echter van water tot water en de enige manier is om dat te weten is ondervinden.  Meestal krijg je in de eerste uren beet. Vier aanbeten is dan reeds zeer goed. Langer of meerdere dagen vissen heeft vaak geen goede resultaten of deze minderen zeker.
Op moeilijk water, zoals kanalen adviseer ik een vijfdaagse voercampagne. Het is door de scheepvaart een bittere noodzaak om te voeren en daarbij is succes nooit verzekerd. Af en toe wil het lukken, maar zeker niet altijd.
Korte voerperiode
Kan je geen weken na elkaar voeren, maar slechts enkele dagen, dan is dit nog altijd beter dan de dag zelf aan het water te verschijnen zonder vooraf voeren. In dit geval maak ik voor de zekerheid twee voerplekken aan. Heb ik in de eerste uren geen beet dan wissel ik van plaats. Om de twee uur inspecteer ik daarbij de andere plaats op aanwezigheid van karper.
Snelle start
Niet iedereen heeft de kans om dagen na elkaar op een water te gaan voeren. Meestal komt dit omdat het water te ver weg ligt, of gewoon door gebrek aan tijd. Toch raad ik iedereen aan als het even kan de avond voordien te voeren om de volgende morgen te vissen. Vis je verschillende dagen na elkaar, voer dan iedere avond door. Als er karper aanwezig is dan krijg je bij deze manier vaak de eerste dag de meeste beten en verminderen deze de volgende dagen. Deze methode werkt het best op waters waar niet of nauwelijks gevist wordt.
De dag zelf
Normaal is dit meestal erg lucratief. Toch kan het, en vaak verbaas ik me nog steeds over het aantal karpers die ik op deze manier wist te vangen. Meestal kies ik dan in alle vroegte drie tot vier veebelovende stekken uit. Op deze plaatsen, die ik op de oever markeer,  deponeer ik een kleine hoeveelheid lokaas, is dit maïs dan neem ik een half  tot een vol blik. Heb ik op de eerste plaats na een uur geen beet, dan neem ik de tijd om een blik te werpen op de andere voerplaatsen, en pik ik er een nieuwe uit. Het geheel herhaalt zich tot  duidelijk blijkt dat er op een van de plaatsen karpers aanwezig zijn, of gewoon omdat een karper het aas neemt. Op die plaats blijf ik natuurlijk wat langer hangen.
De grote meren
Natuurlijk geldt niet overal dat je met een minimale voerstrategie ook het maximaal resultaat kan behalen. Daarbij denk ik in de eerste plaats aan de grote meren en stuwmeren. Vooral wanneer je voor de eerste keer aan de oevers van zo'n immense wateroppervlakte staat en je hebt geen idee waar je moet beginnen, dan is het verstandig om de karpers met een gerichte voercampagne naar je stek te lokken. Flinke hoeveelheden voer, verspreid over een behoorlijke oppervlakte met een spoor van particles richting voerplek en aas, werkt dan vaak een stuk beter. Door de grote voeroppervlakte zullen de karpers het voer eerder vinden en door de voerconcentratie steeds hoger te maken in de richting van het haakaas, zullen ze zich uiteindelijk daar verzamelen. Vaak gebruiken we hierbij een spoor van partikels in stervorm verspreid die de karpers naar de stek toe leiden.
Gericht voeren
Deze manier van voeren passen we toe bij het vissen met de dobber waarbij we de oever afschuimen op zoek naar karpers. Wat betreft de hoeveelheid voer, is het in dit geval beter om erg spaarzaam te zijn. Je voert nu niet verspreid, nee je hebt de karper in principe al gevonden, of dat veronderstel je tenminste. Het voer kan dus direct in de buurt van de karpers gedropt worden, en natuurlijk is dit de onmiddellijke omgeving van je haakaas. De plaatsen waarop ik dit doe zijn tegen obstakels in het water, in de buurt van riet, waterplanten, overhangende bomen, en meestal nooit ver uit de oever.

Een partikel mengsel van maïs, tijgernoten en hennep
Voeren met lokaas
Geen lange voorcampagnes of wil je instant op kaper vissen of doe je dit met een vaste hengel, dan kan je ook nog altijd gebruik maken van een kant en klaar karper lokaas. Al dan niet met  aanvulling van wat partikels.
Vissen met lokaas als voer brengt ook veel andere vis op je stek, vaak is dat nadelig. 
 
 

Algemeen Materiaal 1 Materiaal 2 Dobbervissen Afstandvissen
Voeren   RigsBoilies/partikels Artikels Knopen

Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.