Klik op de knop Vistechnieken of op home in de kopbalk om terug te keren.  

De werpmolen

Er zijn talrijke en steeds wisselende modellen op de markt. Kies in de eerste plaats voor een gerenommeerd merk. Zo kies je voor kwaliteit en duurzaamheid. Zeker het laatste is belangrijk als men beseft hoeveel maal per vissessie de lijn uitgeworpen en terug  opgespoeld wordt. Kies voor een kleine molen die in evenwicht is met de hengel. Monteer hengel en molen. Neem de hengel dan in de hand net boven de molenklem. In deze positie moet de hengel ongeveer in evenwicht liggen. Verder moet de molen beschikken over een uitmuntende slip. Omdat we met vrij lichte lijnen vissen is de beste maar net goed. De slip moet zo afgesteld worden dat hij lijn lost voor het breekpunt van de lijn bereikt is. Met een goede molen is veranderen van de slipafstelling tijdens het vissen bijna nooit nodig.

Lijnen

Monofilament of gevlochten lijn, gekleurd of zo onzichtbaar mogelijk. Het eeuwig discussiepunt. Lees daarom eerst onderstaand artikel met de voor en nadelen van Nylon, gevlochten draad en fluocarbon.  Klik hier om naar het artikel te gaan.

Lijndikte. Voor nylon lijn  gebruik ik zelden lijndiktes groter dan 16/00 en nooit een voorslag. Ga ik naar gevlochten lijn, dan is 08/00 of 12/00  meer dan voldoende. Maar ook hier is eigen keuze het belangrijkst. Sommigen maken met een lijn van 25/00 nog brokken tijdens het werpen met zware voerkorven, terwijl anderen ver en goed kunnen vissen met 12/00.  Gebruik je gevlochten lijn dan moet je zeker een voorslag gebruiken in nylon. powergun of feedergun Dit is een nylon met extra veel rek speciaal ontworpen voor de feeder. In de eerste plaats om tussen de korf en de hoofdlijn te plaatsen en zo de grootste schok op te vangen tijdens het aanslaan en het werpen met zware voerkorven. Maar waarom niet tussen hoofd- en onderlijn ? (zie hiervan enkele voorbeelden bij montages)

Haken

Men heeft de neiging om bij het vissen met de feeder grotere haken te gebruiken dan normaal. Dit is absurd, de haakgrootte heeft alleen betrekking op het aas en de te verwachten vissoort. Een regenworm past niet op een haakje 22, en twee maden niet op een haak 12.  Je moet niet bang zijn om extra kleine haken te gebruiken, ze verbeteren de aasaanbieding en leiden vaak tot meer beten.

Diversen

Wartels, kleine hoekafhouders, stuitjes, parels, wat extra knijplood en voerkorven (apart hoofdstuk) zijn zowat de enige accessoires die u verder nodig heeft voor een leuke feeder-sessie.