Klik op de knop basistechnieken of op home in de kopbalk om 
  terug te keren.
	 
      
        
Op snoek vissen kan op diverse manieren  en er komen steeds 
nieuwe technieken bij. Voor mezelf staat kunstaas nog steeds op nr1 om roofvis 
aan de haak te krijgen  maar dat wil niet zeggen dat ik niet anders vis, 
integendeel. Levend aas is de volgende in de rij, voor zo lang het nog 
toegelaten is. In Nederland is het trouwens reeds verboden, en ook hier begint 
dit verbod op sommige vijvers reeds gebruikelijk te worden, alhoewel ik het nut 
er niet van inzie om eerst de vis te doden om daarna met dode vis te kunnen 
vissen. Dus ook het vissen met levend aas komt hier aan bod samen met de andere 
manieren om onze sportvriend "de snoek" tegen wil en dank  aan de haak te 
krijgen.  
Zowel conventionele als controversiële systemen die vaak slechts in 
uitzonderingsgevallen kunnen gebruikt worden. Aan u om de keuze te maken.   | 
      
		
        | 
        Zwevend vissen met de vaste dobber  | 
      
		
        
      De 
      klassieke montage met dobber. Bij de aanbeet 
wacht men gewoonlijk tot de roofvis de aasvis draait om te slikken. Dat uit 
zich meestal in een korte stop na de eerste run. Bij het terug weglopen wordt 
de haak gezet.  
      
      Met een vaste dobber vissen we op diepten tot ongeveer max.  2/3 
		meter, meestal echter zijn dit vaak ondiepere plaatsen. Dat kan zowel 
		vanuit een boot als vanaf de oever. In de titel staat vaste dobber, 
		maar je kunt hiervoor evengoed een schuifdobber gebruiken die met een 
		stuitje op diepte gehouden is. Het voordeel hiervan is, dat wanneer je 
		toch dieper wil gaan vissen je de montage niet hoeft te veranderen. 
		Zelf verkies ik echter een vaste dobber. Hiervan ben ik altijd zeker 
		dat mijn aasvis steeds op de door mij ingestelde diepte zwemt.  
      Er zijn zowel bolle als slanke modellen van dobbers bruikbaar waarvan de 
		laatste iets minder weerstand geven bij een aanbeet en de eerste iets 
		stabieler staan.   
       
      Montage:
       
      De montage is vrij simpel, dobber, schuiflood, kraaltje, wartel, stalen onderlijntje  en dreg of 
      enkele haak. In  
      VB1  zie je een montage met 
      schuifdobber en kogellood.   VB2   is bijna identiek, maar nu met een 
		langwerpig schuiflood en is er gebruik gemaakt van krimpkousjes om de 
		montage mooi glad af te werken. 
		De wijze waarop je de vis aan de haak zet kies je zelf 
      volgens eigen voorkeur of noodzaak. Zelf begin ik steeds met een enkele 
      haak, aangebracht in de rug van de aasvis, juist voor  of achter de rugvin.  
		Vergeet echter niet dat elke dobber weerstand betekend en dus ook goed 
      moet worden uitgelood. Onterecht denken velen dat het een snoek niet 
      stoort. Zorg dus steeds voor een perfect uitgelode  dobber. 
		In alle drie de montages is schuiflood gebruikt, dit omdat hiermee de 
		lijn minder in de war geraakt dan met andere loodzettingen. Bij een 
		verdeelde loodzetting komt het immers vaak voor dat de levende aasvis de 
		lijn in de war zwemt. Dat heb je natuurlijk niet met dode aasvis en hier 
		kan een verdeelde loodzetting dan weer wat minder weerstand opleveren 
		voor de aanbijtende snoek.        | 
      
		
        
        
		
		  
		
		  
		VB1                                              
		VB2      | 
      
		
        
         
		  
		VB3 | 
      
		
        
      Viswijze:
       
      Montages
      VB1/VB2 
zijn nog steeds de meest toegepaste viswijzen voor snoek. Maar nog meer dan anders is het lokaliseren van mogelijke snoekstekken hier het 
      belangrijkst. Denken we daarbij aan water en oeverbegroeiing, 
      leliebedden, rustige inhammen, overhangende takken en bomen, uitgeholde 
      oevers, natuurlijke en kunstmatige obstakels in het water, steenstortingen, taluds, sluizen  enz.  Op al deze plaatsen 
      laten we onze aasvis te water. De diepte waarop we het aas aanbieden is 
      afhankelijk van de plaats, maar mag gerust tot een tot twee meter boven de 
      bodem zijn. Op half water en hoger is vaak nog beter. Het maakt een  
      snoek niet zo veel uit en het is altijd beter om het aas iets boven een op 
      jacht zijnde snoek aan te bieden.  
      Zien we zo'n veel belovende stek, dan plaatsen we onze aasvis in de 
nabijheid hiervan en laten de aasvis het werk doen. Zit er een 
snoek in de nabijheid dan is de aasvis onrustig en dat zie je dan ook aan de 
bewegingen van de dobber. Verander in dit geval niet te vlug van plaats, maar 
als er geen beet volgt blijf dan ook geen uur vasthoudend doorvissen. Bij 
gebrek aan beet verander ik zo om het kwartier en probeer het op iedere 
goedogende stek. In kanalen waar de oevers eentonig zijn, en er van echt 
zichtbare stekken geen sprake is, schuif ik steeds een 10 meter op tot ik een 
aanbeet krijg.  
Op die plaatsen vis ik echter ook 
      vaak op een andere manier, en wel door de aasvis slepend langs de oever 
      of het talud te vissen. steeds een vijftal meter uiterst traag te 
verslepen om de aasvis dan enkele minuten terplaatse te laten rondzwemmen. Dit herhaal ik 
steeds tot ik een aanbeet krijg. Op veelbelovende plaatsen laat ik de vis wat 
langer rondzwemmen.  
Wees bij het verslepen steeds alert, zodat je bij de minste aanbeet 
      onmiddellijk lijn kunt geven.  
Voor deze manier van vissen gebruik ik VB3. Hierbij is de aasvis met een 
enkele haak door de lippen aangebracht omdat dit tijdens het verslepen 
natuurlijker overkomt.
       | 
      
		
        | 
        
      	Vissend op de wind of drift vanaf de oever of boot met een zeildobber
       | 
      
		
        
      Dit is een techniek van dobbervissen die zowel voor dood als levend aas bruikbaar is vanaf 
      de oever als vanuit een boot.  Een boot heeft als  voordelen 
      dat je op plaatsen kunt vissen die vanaf de oever onbereikbaar zijn, en 
      dat je veel mobieler kunt vissen zonder sleuren met vismateriaal. Het 
      sleuren van een boot moet je er dan wel bijnemen.   
Gebruikmakend van de bijna 
      altijd aanwezige wind of drift  laat je de aasvis zo 
      natuurlijk mogelijk over en langs mogelijke snoekstekken drijven. Je kunt hiermee perfect een rietkraag afvissen, maar je kunt deze 
      techniek evengoed gebruiken om een stuk open water af te vissen. Zonder 
      dat je hiervoor zelf veel moeite moet doen, buiten het wat bijsturen of 
      afremmen van de lijn vis je op deze manier een grote oppervlak water 
      af.  
      Er zijn zelfs speciale zeildobbers VB4. Dit 
      soort dobbers is op de antenne voorzien van een zeil of zeiltjes om de 
      wind meer vat te geven op de dobber. Heb je deze niet bij, dan kun 
      je een antenne ook zelf voorzien van een zeiltje door simpelweg een stukje 
      karton over de antenne te schuiven.  Wil deze techniek nog 
      perfectioneren, dan kun je de lijn ook drijvend maken met wat vet, 
      waardoor de drift minder afgeremd wordt door de onderwater zakkende lijn 
      die nu op het wateroppervlak ligt, en zo nog de drift bevorderd. 
		Een montage zoals in vb1 en VB2 
      werkt hierbij uitstekend.  | 
      
		
        | 
 
      
      
         
VB4 zeildobbers   | 
      
		
        | 
        Slepend met de vaste dobber en getakeld 
		aas  1 | 
      
		
        
      Gewoon je 
      aasvis statisch  op veelbelovende plaatsen aanbieden kan soms wel een 
      aanbeet opleveren, maar is nu eenmaal niet echt effectief vissen. Beter 
      is het om de aasvis slepend in traag tempo langs de mogelijke stekken te vissen. 
Het kan driftend of varend vanuit een boot, werpend vanaf de oever of gewoon 
slepend langs de oever.  
      Vist men slepend met een dobber zoals hierboven beschreven, dan 
gebruik je als aas een getakelde dode aasvis. 
       
      In het voorbeeld 
      VB5  is gebruik gemaakt van een enkele haak en 
		1 dreg maar bij grotere aasvissen gebruik je vaak een takel met 2 
		dreggen. 
      Met dit systeem kan meteen worden 
aangeslagen. Hier is dan ook de takel 
		rechtstreeks aan de lijn bevestigd. Wil je 100% safe spelen dan doe je 
		tussen de takel en de lijn nog een stalen onderlijntje. 
		VB6 
		 In deze montage gebruikte ik 
		tracé crimp cover om de verbinding mooi af te werken.  
Om een dode aasvis nog attractiever te laten 
      bewegen kunt u eerst de ruggengraat breken, waardoor hij soepel 
beweegt tijdens het slepen. 
          | 
      
		
        | 
 
  
  
VB5                                                                                                         
VB6  | 
      
		
        | 
        Slepend vissen met een boot en aasvissen | 
      
		
        
      Bootvissen heeft tal van voordelen en extra 
      mogelijkheden aan onze sport, waarvan deze er een is. Bijna altijd 
      gebruiken we hiervoor dood al dan niet getakeld aas. Door langzaam rond 
      te varen, kun je grote oppervlakten water afvissen op zoek naar snoek. 
      In de meeste gevallen ben je het best af wanneer je de aasvis op een 
      diepte van rond de drie meter aanbied. Gewoonlijk echter vis je met 
      meerdere hengels, en dat heeft je ook de kans op verschillende dieptes te 
      vissen of/en met verschillend aas. Meestal vis ik dan ook met twee 
      hengels ingesteld op verschillende diepte slepend achter de boot.  
      We ondervonden dat dieper liggende snoeken die trek hebben best enkele 
      meter willen omhoog zwemmen om de aasvis te grijpen. Het maakt dus minder 
      uit of je over een dieper of ondiep stuk vaart. Maar blijft de beet uit, pin je dan nooit vast en probeer dan eens een andere diepte, zoals een 
      kleine meter boven de bodem. Vis wel zoveel mogelijk randen van een 
      talud af.  Vaar de boot daarbij zigzag van ondiep naar diep. Hiermee 
      varieer je niet in diepte, maar laat je de aasvis ook nog dalen en 
      stijgen wanneer de boot een bocht maakt. Vergeet ook niet de rietkragen 
      en oevervegetatie af te vissen. Stel de dobber dan wel ondieper in. Op 
		zeer diep water komt het ook vaak voor dat juist midden op het wijd, 
		waar niets laat vermoeden dat daar een snoek staat, een aanbeet volgt. 
		Vaak zijn het hier juist de grootste snoeken. Op die plaatsen vis je 
		dan ook dieper, BV. een aasvis op drie meter en eentje op zes meter 
		diepte.  
		 Sleepsystemen zijn er in overvloed.  
		De aasvis wordt bijna steeds getakeld met meerdere haken. Stel de slip zo in dat 
      de snoek automatisch wordt aangeslagen door de snelheid van de boot, maar 
      de slip wel gaat lopen bij teveel weerstand.  Haak je een vis, trek 
      dan nog een tweede maal de lijn strak aan, waarbij je eventueel een niet 
      perfect gezette haak alsnog mooi kunt zetten.  
        | 
      
		
        | 
 
  
Voorbeeld van sleeptechniek  met 3 hengels  | 
      
		
        | 
Sleepsystemen zijn er in overvloed. Nadeel van 
een schuivend lood is vaak dat het naar de dobber toe getrokken wordt waardoor 
de aasvis veel hoger in het water komt. Met onderstaande montage kan je dat 
vermijden. Deze is het best te gebruiken met zwaardere aasvissen. 
 | 
      
		
        | 
 
		
		  
VB7  | 
      
		
        | 
      Snoeken met verankerd aas  | 
      
		
        
      Een manier die kan gebruikt worden onder 
		overhangende takken, plantenbedden, of wanneer wind of stroming anders 
		vissen onmogelijk maakt. Met deze combinatie kan men zijn aasvis op één 
		bepaalde plek aanbieden en hem daar houden. Dat kan voordelen hebben 
		als men de standplaats van de snoek kent, of de aasvis anders in 
		obstakels zou terecht komen.  Deze manier is het effectiefst met 
		levend aas, of met dood aas in stromend water.  
		Gebruik je dood aas en is er geen stroming dan raad ik je aan dit 
		drijvend te maken door het aanbrengen van een stukje foom in de aasvis.
		 
		De vis kan zowel 
		opgenaaid worden, waarbij de haak vooraan de rugvin uitkomt met de lijn 
		langs achter, of met de enkele haak door de beide lippen  
		VB 8.  | 
      
		
        
      
		
		  
      
      VB8 | 
      
		
        | 
       
      Snoeken met verankerd aas/grondafhouder 
  | 
      
		
        | 
 
Met deze combinatie kan men zijn aasvis op één bepaalde plek aanbieden en 
hem daar houden. Speciaal voor het vissen boven plantenbedden, vuile en 
modderige bodem. Ook wanneer je de aasvis op een exacte plaats boven de bodem 
wil aanbieden.  | 
      
		
        | 
 
              
 
  
         | 
      
		
        | 
        Bodemvissen met dood of levend aas  | 
      
		
        
        Deze techniek is toepasbaar vanaf de oever of vanuit een geankerde boot. 
      Als aas kan men gebruik maken van zowel dood of levend aas. 
      	Bij dood aas wekt een aasvis die in zijn geheel met een aasnaald op de 
		onderlijn gezet wordt het minste wantrouwen. Je naait de vis zo op dat 
		de haak punt vrij is. Een levende aasvis kan bevesigd worden met de haak 
      zowel voor of achteraan de bovenvin. Als haak kan zowel een dubbele haak, dreg of enkele haak gebruikt worden.  
		Of men kan de vis gewoon aan de lip haken met een enkele 
		haak.  
Grote snoek zit vaak op behoorlijke dieptes en deze manier van vissen 
      laat ons toe hem ook hier gericht te bevissen. Vaak zijn dit randen van 
      diepe onderwaterputten.  Het is ook de manier van vissen waarbij vaak 
      gebruik gemaakt wordt van dode zeevis als aas. Zeker in het buitenland 
		een geliefde methode.  Daar worden als aasvissen vaak zeevissen 
		gebruikt. Dit soort vissen geven een intenser reukspoor af. De 
		aasvissen moeten bij voorkeur vers zijn, maar diepvries kan ook. 
		Makreel blijft vaak moeilijk op de haak zitten tijdens de worp. je kan 
		deze dan ook soms beter met een takel monteren. zie VB.  
        
Sommigen injecteren hier dan ook de aasvis met een geur en 
		smaak doormiddel van een spuit. Anderen dompelen de aasvis dan weer in 
		een geur en smaakstof. Dat laatste werkt echter niet langdurig en is in 
		de meeste gevallen te fel in het begin. 
		  
        Dobber systeem: 
		Als de diepte het toelaat kunnen we kiezen voor een vaste dobber, en 
		anders gebruiken we hiervoor een schuifdobber. Het bodemvissen met een 
		dobber, als afstand en wind of drift het toelaten vind ik nog altijd de 
		beste beetregistratie. Je ziet beter wat er gebeurd bij een aanbeet, 
		afgezien van het feit dat ik nog steeds een kick krijg van een 
		weglopende dobber.   
        Schuiflood systeem: 
		 
		Tegenover het dobbersysteem zouden deze montages het voordeel moeten 
		hebben dat er geen weerstand van lood of dobber meer is tijdens de 
		aanbeet.  
		De aanbijtende vis kan in theorie in dit geval vrij lijn nemen. 
		In de praktijk is het echter wel zo dat de lijn dan wel volledig 
		obstakelvrij op de bodem moet liggen.   
      Na het inwerpen draaien we de lijn strak en plaatsen de molenbeugel 
      open, waarbij we de lijn vastleggen in een lijnclipje of elastiekje aan 
      de hengel bevestigt. 
		We kunnen indien we dat wensen ook nog  een 
      beetindicator op de lijn plaatsen. Gemakkelijker is het gebruik van een 
      beetrunner en piepers voor de beetmelding.   
  | 
      
		
        | 
        Vissen met de vaste dobber en bodemaas
		 | 
      
		
        
In het voorbeeld gebruikte ik een schuifdobber 
die vastgezet is met twee stuitjes. Het dobbermodel en het draagvermogen kies 
je naar eigen voorkeur. Het hoeft nu geen zware dobber meer te zijn omdat hij 
alleen als beetindicator dienst doet en geen gewicht van het aas hoeft te 
dragen.  
Je neemt deze dus zo licht mogelijk als de omstandigheden toelaten. Rekening 
houdend met de zichtbaarheid, de stroming en de wind.  
Hier werk ik ook niet meer met schuiflood maar met loodhagels. In de meeste 
gevallen groepeer ik deze wel omdat dit het werpen gemakkelijker maakt. Is ver 
werpen niet nodig dan gebruik ik soms een verdeelde loodzetting die iets minder 
weerstand heeft tijdens de aanbeet. Al is dat verschil bijna verwaarloosbaar.
 
Als aas kan je zowel dode aasvis, levende aasvis, stukjes vis of zelfs zeevis 
gebruiken.   
Als onderlijn steeds 20/30cm staaldraad.  
Trekkracht van de lijn is aanpasbaar volgens de te verwachten vis, maar meestal 
volstaat 6/12kg.  | 
      
		
        
      
      
		        
		
      
       
		
		  
        | 
      
		
        
        
		Gewone schuifloodmontage 
		 
		(basis) | 
      
		
        | 
 Een 
eenvoudige en veelzijdig inzetbare montage die als basis zeer goed voldoet.  
Je kan gebruik maken van een miniwartel voor de verbinding hoofdlijn/onderlijn 
maar het kan ook met een speldwartel. 
Het lood kan je gewoon op de lijn schuiven of met een rubber lijngeleider om de draad zo weinig 
mogelijk te beschadigen en gemakkelijk omwisselen van het lood mogelijk te maken. Als 
onderlijn gebruik je 20/30cm staaldraad. 
(onderstaand enkele voorbeelden)  | 
      
		
        | 
 
  
  
   | 
      
		
        
        
      Bodemvissen met dood aas - popup  
      Op begroeide, zachte of vuile bodem. Maar ook om de dode aasvis visueel beter zichtbaar te maken. Het aas 
		beweegt ook veel vrijer dan op de bodem liggend. | 
      
		
        | 
 
Montage 1: Met stukjes piepschuim die je via de 
bek van de vis naar binnen schuift, creëer je drijvend vermogen.   
Montage 2: Door gebruik te maken van een pop up gebruikt 
door karpervissers komt het aas boven de bodem te hangen.  | 
      
		
        | 
 
             
 
 
 
 
    
dood aas pop ups  
         | 
      
		
        | 
       
		
		Zwevende roofvistakel met  
		onderwaterdobber of drijflichaam   
		   
Deze
      montages worden gebruikt om mooi dicht tegen de bodem aan te vissen.
		 
		Een (volgens mij) van de 
		beste manieren om actief op snoekbaars te vissen maar die in sommige 
		omstandigheden ook geschikt is voor snoek.  
		Zelf vis ik 
		hoofdzakelijk met vb3. Bij zwaardere andere vissoorten in het 
		buitenland gebruik ik de andere twee methodes.   | 
      
		
        | 
 In Vb 1 en 2 is 
gebruik gemaakt van een onderwaterdobber van fox en is iedere verbinding 
afgewerkt met een siliconen slangetje. Vb 1 is meer geschikt om te slepen over 
een egale bodem, terwijl vb 2 meer geschikt is bij oneffen bodem of om een 
onderwaterhelling  mee af te vissen.  
Vb 3 is een oudere maar daarom niet minder goede versie met een kurkje als 
drijflichaam. Deze montage is iets minder opvallend en wat lichter.  
Deze montages staan uitgebreid beschreven in een apart artikel:
 
"Zwevende roofvismontages"  | 
      
		
        
      	
      
		
		  
		 
		
		   
		
		
		  | 
      
		
        | 
        
		Sunken float rig (Fox) | 
      
		
        | 
 
Je aas vrij zwevend in het water presenteren, doe je met zogenaamde sunken 
floats. Ze worden tot wel een meter boven het lood bevestigd. Daaraan komt 
vervolgens de takel, die zo de vis vrij van de bodem houdt. Zeker wanneer je 
boven een zachte bodem of wiervelden vist, een aanrader.  | 
      
		
        | 
 
   | 
      
		
        | 
       
Ledger systemen
  
   | 
      
		
        | 
 
      Je ziet ze vaak in de hengelsportzaak, de kleine blistertjes met allerlei rubbertjes, 
ringetjes, connectors. enz. De namen 
zijn ons vaak vreemd en steeds Engelstalig. Ze zijn een van de nieuwste rage, 
en laten vaak ingewikkeld monteringen toe.  Het opzetten van de montage is 
dan ook vaak niet zo eenvoudig. Doe dit dan liefst thuis en neem de 
compleet opgetuigde hengel mee naar het viswater.  
Hieronder enkele montage 
waarbij gebruik gemaakt is van diverse systemen.   | 
      
		
        | 
        
		Free running ledger rig | 
      
		
        | 
 
Ledger systemen pas je toe bij het statisch vissen. Een slanke dobber 
minimaliseert de weerstand. Het schuiflood kies je niet te zwaar en tegelijk 
zorg je ervoor dat de vis enkele meter met het aas kan wegzwemmen, voor het 
door de loodstopper geremd wordt. Vis je  op een onregelmatig verlopende 
bodem, dan is het free running systeem misschien wel de beste methode.   | 
      
		
        
      
		  | 
      
		
        | 
        
		Float ledger  | 
      
		
        | 
       
		   | 
      
		
        | 
       
		
  Aasvis takel montages 
		Roofvis 
  
   | 
      
		
        | 
 
Bij aasvistakels voor slepend of statisch vissen zorg je er steeds voor dat de 
haken zo geplaatst zijn dat je aasvis natuurlijk in het water staat, en dat je 
vrijwel direct na de aanbeet de haak kunt zetten. Hieronder enkele voorbeelden 
voor verschillende doeleinden. Afb. 4: bait boom montage. Afb 5 Met schuivende 
enkele haak.  | 
      
		
        | 
 
      
    
  
  
  
      
  
   | 
      
		
        | 
       
      Drachkovitch takel  
      Op harde bodem met weinig plantengroei. Voor snoekbaars, forel, snoek en 
grote baars. 
Spinhengel of baitcaster lengte 2.7 - 3 m. Werpgewicht 20-60 gr  
         | 
      
		
        | 
 
Een aasvis takel van de gelijknamige franse snoekbaarsvisser die het best werkt 
vanaf hoge visplaatsen
zoals kademuren, of vanaf een boot.  Wat niet wil zeggen dat je er niet  
gewoon vanaf de kant mee 
kunt vissen. Deze aastakel is in bijna iedere vissportwinkel te koop, en 
alhoewel door ons Vlamingen
minder gebruikt, ontbreek deze zelden in de uitrusting van onze Waalse 
visvrienden.
Door het los gemonteerde kogellood voor de takel valt het aasvisje bij het raken 
van de bodem telkens om en imiteert zo een in doodstrijd verkerende prooivis. Met de hengeltop wordt 
het visje een eind 
van de bodem opgetild en weer naar de bodem gelaten door de hengeltop te laten 
zakken, waarbij men een halve meter lijn  binnendraait. Experimenteren is 
noodzakelijk om de juiste hoogte
en snelheid te ontdekken waar de vis op reageert. Men monteert de takel  
door de speld via de bek 
in de aasvis te steken en daarna de twee dreggen in de flanken van de vis, de 
achterste dreg 
bij voorkeur in de buurt van de staart. Tot slot wordt het koperdraad door de 
nek gestoken en rond
de kop gewikkeld.  
   | 
      
		
        | 
 
 
    
   
drachkovitch takel/Loodkoptakel met bevestiging 
 
         | 
      
		
        | 
       
Levende aasvis haakmontages  
  | 
      
		
        | 
 
Afhankelijk van de manier van vissen, of de wijze waarop de roofvis die dag het 
aas neemt, kies je voor een passende bevestiging van de haak. 
De enkele haak kan indien je dat noodzakelijk acht ook vervangen worden door een 
dreg. 
 
 
1/2 - De liptakel is geschikt voor zowel stromend als stilstaand water. In de 
stroming zorgt deze manier ervoor dat de aasvis natuurlijk beweegt. Bij het 
slepend of werpend vissen zwemt de vis in de juiste natuurlijke richting. 
3 - De rugtakel waarbij de haak zowel voor als achter de bovenvin kan geplaatst 
worden is de manier om met de dobber te vissen  en is ook uitstekend 
geschikt voor dood aas op de bodem aangeboden. Bij het gebruik van een dobber 
mag er wel geen te felle stroming zijn anders komt dit onnatuurlijk over.  
4- De manier om te vissen wanneer je een dode aasvis als pop-up gebruikt. Dit 
wil zeggen; hem op de een of andere manier drijvend maakt, zoals met een 
stukje piepschuim. Op deze manier gehaakt komt hij mooi natuurlijk boven de 
bodem te hangen.     | 
      
		
        | 
 
  
   | 
      
		
        | 
Tip voor levende aasvis   | 
      
		
        
Het gebeurd soms dat de vis er wel zit, maar 
vertikt om de aasvis te nemen. In dat geval lokt het gebruik van deze tip wel 
vaak een aanbeet uit. Het principe is simpel. Knip een deel van de staart weg. 
Vermijd echter te diep knippen waardoor de vis gaat bloeden !   
Hierdoor zwemt de aasvis op een vrij onnatuurlijke manier wat de luie rovers 
toch tot aanbijten verleid.   | 
      
		
        
  | 
      
		
        | 
      Vissen met kunstaas  | 
      
		
        | 
      Snoek is 
		ideaal te vangen met kunstaas, werpend vanaf de oever of de boot. Op 
		groot water vaak slepend met groot kunstaas. Hoe je het 
      best met kunstaas aan de slag kunt lees je in het hoofdstuk vistechnieken  
      
		
		" 
      Kunstaasvissen  " 
       | 
      
		
            
			
			  | 
          
		
      
        | 
  |