Home   Email  

 

 

Vistechnieken Home
Materiaal
Montages
Peilen
Vissen
Artikels

 

Vistechnieken - Matchvissen - Materiaal
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Klik op de knop Vistechnieken of op home in de kopbalk om terug te keren.

 


 De hengel 

Een matchhengel heeft enkele specifieke eigenschappen zoals:
  • De meeste matchhengels hebben een uitgesproken topactie maar zijn toch geschikt voor dunne lijnen. Voor de veeleisende matchhengelaar zijn er nog enkele verschillende hengelacties.
    ---Stickfloathengel: is de strakste en genoemd naar de gelijknamige dobber.
         Ze zijn in de eerste plaats gemaakt voor stromend water of snel vissen.
    ---Wagglerhengel: eveneens genoemd naar de gelijknamige dobber. Bij deze
         hengel loopt de buiging vanuit de top door tot vrij ver in het tweede deel.
         Ze zijn meer geschikt voor stilstaand en langzaam stromend water.
  • De lengte van een matchhengel varieert tussen de 3.60 en 4.75 meter.  Meest gebruikelijk voor België en Nederland is een lengte van 3.90 meter.
    Deze lengte is het meest geschikt voor het vissen tot een afstand van +- 30 meter.
    Korter wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het actieve vissen op kleine riviertjes.
    De langere uitvoeringen zijn dan weer specifiek voor specialisten en dieper water. Zo ben je beter af met een hengel van rond de 4.20 meter voor afstanden tot 60 meter.
    Er bestaan ook verlengbare matchhengels waarbij het achterste deel, dus het meest stugge deel kan verlengd worden. Ook hiervan zijn er verschillende uitvoeringen. Van uitschuifbaar tot een extra deeltje.
  • Een matchhengel is voorzien van 15/18 geleideogen die vrij hoog op de hengel staan om plakken van de vochtige lijn tegen de hengelblank te voorkomen. Het spreekt vanzelf dat ze van goede kwaliteit moeten zijn en bestand tegen het inschuren van de lijn. Let er ook op bij aanschaf dat de ogen mooi op een rechte lijn staan.
  • Het werpgewicht varieert afhankelijk van de hengel van 15 tot 30 gram.
Koop je hengel bij een goede hengelsportzaak of hou je aan de bekende merken, dan ben je bijna steeds safe.

 
 De molen

Stelden de Engelsen voor het matchvissen steeds een gesloten molenkap voor, zelf vind ik het een onding. Een conventionele kleine tot middelmatige molen is in mijn ogen beter geschikt. Eventueel met een ondiepe spoel.
De meeste korte rukken worden tijdens de dril opgevangen door het topdeel van de hengel dat daarbij vaak een flinke hoek maakt. Hierdoor werkt de slip van een minder goede molen vaak te laat. Dit omdat we met vrij dunne lijnen vissen. In de huidige generatie molens zijn er nu echter reeds voldoende modellen waarvan de slip ook met dunne lijnen nog perfect werkt. In noodgevallen kunnen we nog steeds met de vinger bijremmen of lijn teruggeven door de molen uit zijn anti-retour te zetten waardoor de spoel kan terugdraaien terwijl we afremmen met de vinger op de spoelrand. Maar met een goede slip is dat bijna nooit meer nodig.
 De lijn 

Hier staan we weer voor de keuze tussen gevlochten lijn en nylon. Nog meer dan bij andere viswijzen is dit meer een persoonlijke keuze dan een technische.
Een andere keuze is drijvende of zinkende lijnen en natuurlijk de lijndikte, of eerder de trekkracht. Laat ik maar met het laatste en gemakkelijkste beginnen.
De trekkracht
Als je eenmaal een matchhengel in de hand houdt, dan voel en zie je het. Deze hengel is gemaakt voor lichte/dunne lijnen. Door de komst van gevlochten lijnen waarvan de lijndikte en trekkracht niet in verhouding staat tot dezelfde diameter bij nylon lijnen hou ik het vanaf nu eerder bij de trekkracht.
Als hoofdlijn gebruiken we een trekkracht van minimum  3 kg.
We nemen de trekkracht in verhouding tot het gewicht van de te verwachten vis en/of de gebruikte montage.
Te zware lijnen doen afbreuk aan de actie van de hengel, maar te licht heeft ook zijn nadelen.
De meervoudige wereldkampioen Allan Scotthorne raad een diameter van 20/00 nylon aan. Zelf hou ik het normaal bij 16/00. 

Drijvend/Zinkend
Het merendeel van de lijnen drijven door de oppervlaktespanning van het water maar de fabrikanten omzeilden dat door zinkende lijnen te fabriceren. Je kan lijnen ook zinkend maken door deze met zeepsop te behandelen. Hiervoor hebben we natuurlijk steeds een flesje met zeepsop en een doekje bij. Het doekje goed bevochtigen en de lijn er doorhalen en klaar is de zinkende lijn. Omgekeerd gebruiken we wat lijnvet om deze te laten drijven. vb vliegvissers vet.
In de meeste gevallen hebben we bij het matchvissen meer aan een zinkende lijn. Vooral bij het vissen op afstand geeft de wind geen vrij spel op onze lijn, waardoor de wind de controle over de dobber moeilijk of onmogelijk maakt. Om dat te vermijden, brengen we de zinkende lijn na de worp onder water door de hengeltop flink onder water te steken en enige molenslagen lijn binnen te halen.
Een drijvende lijn heeft dan weer zijn voordelen in bv stromend water met een stickfloat dobber waarbij we de lijn op de stroom willen sturen.

Nylon of gevlochten
Theoretisch lijkt een lijn met weinig rek en een grotere trekkracht het meest voor de hand liggend. Toch heb ikzelf een duidelijke voorkeur voor nylon.

Monofilament of gevlochten lijn, gekleurd of zo onzichtbaar mogelijk. Het eeuwig discussiepunt. Lees daarom eerst onderstaand artikel met de voor en nadelen van Nylon, gevlochten draad en fluocarbon.
 Klik hier om naar het artikel te gaan.
 Haken
Een scherpe haak in een maat die in verhouding staat tot het aas en de vis. En eigenlijk is hiermee bijna alles gezegd.
Neem als uitgangspunt diezelfde haken die je ook voor de vaste stok gebruikt. Maat 12 is reeds zeer groot en maat 20 klein. 16/18 is een goed gemiddelde om te starten.

 Lood
Speciaal voor matchvissers is er gecodeerd lood op de markt gebracht. De meeste, zoniet bijna alle matchdobbers vermelden hun draagvermogen volgens die loodcodering. Wat niet wil zeggen dat als er op een pen 4AAA vermeld staat, je deze ook met 4 x AAA moet uitloden. 
Het lood is verkrijgbaar in meervaks verdeeldozen of in kleine doosjes met slechts één maat. Lood is er ook in verschillende kwaliteiten. Zo heb je vast en zacht lood. Let er op dat de inkeping mooi tot in het midden is. Na het op de lijn knijpen moeten de loodhagels in een mooie lijn hangen.
De loodmaten zijn:

  • SSG   1.68 gram
  • AAA  0.81
  • BB      0.40
  • nr 1    0.28
  • nr 3    0.20
  • nr 4    0.17
  • nr 6    0.10
  • nr 8    0.06
  • nr 10  0.04
Met deze nummers heb je meer dan voldoende voor elke uitloding. Gebruik ook nooit te veel klein lood. Het heeft weinig meerwaarde en brengt de montage vaak uit zijn evenwicht. Daarbij zorgt een sliert van kleine loodjes vaak voor meer ongemak of ergernis tijdens het werpen.
Gooi je lood nooit zomaar weg in de natuur. Het zacht lood is meermaals te gebruiken. Met een Stonfo tang verwijder je de loodjes gemakkelijk. Deze tang is ook nuttig om lood op de lijn te verplaatsen door het even open te knijpen en terug vast te knijpen op de juiste plaats. Hiervoor gebruik je de achterkant van de tang.
   
MATCHDOBBERS

Matchdobbers zijn een stuk grootter en ogen ook vaak een stuk lomper dan de slanke pennen die we normaal zijn. Met de matchdobber moet immers geworpen worden. Dat houdt in dat ze buiten een hoeveelheid lood om het aas op diepte te brengen, ook nog eens een hoeveelheid lood moeten dragen dat uitsluitend dient om een bepaalde afstand te overbruggen.
Het pennetje voor de kant uitgezonderd, zijn ze dus vrij fors. Maar laat dit je niet afschrikken, een goed uitgelode matchpen op de juiste wijze gevist, is een net zo dodelijke beetverklikker als het fijnste wedstrijdpennetje. Maak integendeel in het begin nooit de fatale vergissing om voor een zo licht mogelijke matchdobber te kiezen, het zorgt alleen voor de nodige ergernis.

 Soorten matchdobbers

Ook in matchdobbers kan je vaak door de bomen het bos niet meer zien. Iedere dobber heeft zo zijn specifiek terrein waarop je die het best kan inzetten. Een algemene regel zou kunnen zijn dat indien het drijflichaam bovenaan de pen zit, je te maken hebt met een dobber voor stromend water. Zit de grootste verdikking onderaan dan is het meer een dobber voor stilstaand water. Een slanke pen zonder verdikking is ook voor stilstaand water.
Maar.... er zijn uitzonderingen, en bij matchdobbers zijn er dat meer dan bij alle andere dobbers.  Zo zijn er bv. de wagglers waarvan een groot deel geschikt is voor zowel stilstaand als stromend water. Laten we dus maar met de waggler beginnen.
De waggler
Het meest kenmerkende van deze dobber is dat hij alleen aan de onderzijde, hetzij rechtstreeks met het dobberoogje, hetzij met behulp van een adapter/connector  op de lijn bevestigd is. Gevolg hiervan is dat de waggler uit het water op zijn kop aan de lijn hangt.
Hierdoor kan je na de inworp de lijn mooi onder de waterspiegel trekken door de hengeltop diep in het in het water te steken en de lijn enkele slagen in te halen. De dobber verdwijnt hierbij even onder water terwijl de lijn strak komt te staan. Zo heeft de wind geen vat meer op de lijn. Hoe langer de waggler hoe dieper de lijn onder het oppervlak komt. Dus hoe ruwer het water hoe langer we de dobber nemen. 
Er zijn verschillende soorten wagglers. Uit wat voor materiaal ze gemaakt zijn heeft weinig belang, hoofdzaak is de vorm en hiervan zijn er slechts twee hoofdvormen, lang en recht: straight waggler en met een verdikking onderaan: de bodied waggler. Verder hebben we nog voorgelode wagglers, dit zijn dobbers die voorzien zijn van gewichtjes waardoor reeds een groot gedeelte van de uitloding op de dobber zelf vast gemaakt is.
De straight waggler (1)
Is een eenvoudige langgerekte pen. Deze kan zowel met als zonder antenne uitgevoerd zijn.
De dikke bovenkant van de straight waggler heeft als doel de pen voldoende drijfvermogen te geven voor het driftend vissen. Een hieruit volgend voordeel is de grote zichtbaarheid bij het vissen op enige afstand.

De insert waggler (2)
Is dezelfde waggler als hierboven, maar nu met een fijne antenne bovenop het dikkere deel.  deze dobber gebruiken we het meest op stilstaand en zeer langzaam stromend water. Dit soort dobber kan immers zeer gevoelig uitgelood worden en schuwe of trage aanbeten worden hier ook zichtbaar. Nadeel is dan weer dat hij windgevoeliger is.

De bodied waggler (3)
Hier zit het grootste drijfvermogen geconcentreerd aan de onderzijde en heeft tot doel het drijfvermogen te vergroten. De dobber kan hierdoor ook meer lood dragen zonder in lengte toe te nemen.
Ze zijn de big daddy's onder de wagglers. Door hun gewicht geschikt voor grotere afstanden en voor het vissen in diep water.
 

De hoofdvormen
 
                                                                    
1             2                 3                  4                5              6 

Andere matchdobbers

De wind of driftbeater(7/8)
Deze bijzondere matchdobber herkennen we meestal aan een lange dunne antenne en een verdikking hier bovenop. Deze dobber is in tegenstelling tot wat de naam laat vermoeden in hoofdzaak alleen geschikt voor stilstaand water bij harde wind.

De stickfloat/balsa  (5)
Deze matchdobbers, waarvan er verschillende modellen bestaan zijn specifiek ontworpen voor stromend water en gemakkelijk te herkennen. Zij hebben namelijk het grootste gedeelte van het drijfvermogen bovenaan zitten.
De stickfloat vist het ideaalst in waters tot max 2 meter diep. Een gelijkmatige niet al te snelle stroming is prima. De afstand waarop je met een stickfloat redelijk kan vissen is ook beperkt. Zo'n 8 tot 14 meter is ideaal.
De stickfloat wordt altijd zowel boven als onderaan de lijn bevestigd als een normale dobber.

De balsa  (4)
De balsa dobber heeft een veel groter drijfvermogen dan de normale stick of zelf de avon. Hij wordt dan ook meer gebruikt voor het zeer zware werk in zeer diep of zeer turbulent water.

De avon-dobber (6)
Als de omstandigheden te ongunstig worden voor een stickfloat, dan kan de avon-dobber  dienst doen.  De avon-dobber is eigenlijk een veredeld model van de stick en ontworpen om in dieper of turbulent water te gebruiken, maar deze dobber bleek snel ook bruikbaar onder andere omstandigheden en ontpopte zich als een soort multifunctionele stroomdobber. Hij kan ingezet worden op grotere afstand dan de stick en de lijn kan beter gecorrigeerd worden zonder de dobber te veel te beïnvloeden. Nadeel tegenover de stick is dat hij minder gevoeliger vist.

Voorgelode matchdobbers
Zoals je verder zult merken komt het gros van het lood bijna steeds vlakbij de onderkant van de waggler. Fabrikanten speelden hierop in door een deel van hun dobbercollectie al te voorzien van gewicht volgens de dobber. Er zijn uitvoeringen met vast en met verwisselbare gewichtjes. Sommige pennen zijn zelfs uitgerust met een setje van verschillende gewichtjes die men in verschillende combinaties kan gebruiken. Steeds meer dobbers worden hiermee  voorzien.
        
   7                    8               verschillende verzwaarde matchdobbers    

Viswijze en uitloding van al deze dobbers komt uitgebreid aan bod in viswijze en montages.
 

DOBBER CONNECTORs
Wagglers kunnen met het dobberoogje op de lijn bevestigd worden. Dat heeft echter als nadeel dat verwisselen van dobber tijdens het vissen onmogelijk is zonder de lijn opnieuw te moeten maken en heruitloden.
Door gebruik te maken van een connector kan je indien je dat nodig acht tijdens het vissen verwisselen van dobber. Bijvoorbeeld als je een dobber met meer of minder draagvermogen of een andere vorm wenst.
Het is een handig hulpmiddel dat we meer gebruiken dan je in het begin zou vermoeden.  Er bestaan verschillende modellen zowel glijdend of vast te monteren , maar ze hebben allen hetzelfde doel en resultaat.  Hieronder enkele modelletjes.
     
Glijdend
 
Vast


Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.