Home                                   

                          
                       
 
Vissen op zeebaars

(klik op de afbeelding voor een vergroting)
Vroeger was zeebaars meestal een toevalstreffer aan onze Belgische en Nederlandse kust. Tegenwoordig kan iedere hengelaar die gericht op zeebaars vist met een grote kans op succes zeebaars vangen.
Reden hiervoor is dat de zeebaars steeds meer en in grotere aantallen voorkomt in onze kustwateren.
Waardoor dit komt is niet echt duidelijk, maar de opwarming van het zeewater zal er wel mee te maken hebben.
Toch staat zeebaars bekend als een moeilijke vis.
Klopt, in de ”verkeerde” periode kan je gooien wat je wil, maar de enigen die soms interesse hebben zijn de scholenbaarsjes. Ukkies, visjes tot een cm of 40 – 45. Leuk en zeker gezellig dat ze interesse in je aas hebben, maar niet helemaal de bedoeling.
 
Waar en wanneer ?
Zeebaars is vrijwel overal te vangen, zelfs in min of meer brak water.
Doorgaans is hij
bij ons een zomergast die vaak al in april in onze kuswaters opduikt en pas in november weer verdwijnt. Hij is dan zowel bij nacht en overdag te vangen , liefst bij een bewolkte hemel.
In Ierland is dit eerder midden winter -feb.

Maar
met wat doorzettingsvermogen kan je ook in de winter nog een zeebaars aan de lijn krijgen.
De hoofdregel bij het vissen op zeebaars is de stroming. Zeebaars heeft immers een uitgesproken voorkeur voor fel stromend water.
Het vissen op zeebaars begint daarom altijd met de getijdentabel.
Het belangrijkste is natuurlijk wanneer het hoog of laag water is. Maar even belangrijk is het hoogte verschil tussen de twee waterstanden. Hoe groter het verschil, hoe feller de stroming en hoe beter voor het vangen van zeebaars.
E
en dag of drie voor, en zo’n drie dagen na springtij zijn veruit het best en van zeer groot belang. Het is trouwens om de twee weken springtij.
Wisselend tij is bij zeebaarsvissen dus bijna onmisbaar. Het best zijn de eerste twee en de laatste twee uur van elk nieuw tij.
Dat kan echter op de ene stek bij hoog en op een andere bij laag water zijn, en dat kan je alleen weten door het uit te testen. 

Dit heeft alles te maken met het feit dat zeebaars jaagt op kleine visjes die door de felle stroming in de problemen of gedesoriënteerd geraken.
Dus als u uw zeebaarstrip gaat plannen kies dan zeker niet voor doodtij, op een enkele uitzondering na.
Met dit uitgangspunt kunnen we starten, maar ik moet er ook onmiddellijk bij zeggen dat zoals vaak bij vissen ook hierin uitzonderingen zijn.
Veruit het beste tijdstip van de dag is de avond met als hoogtepunt, een half uur voor zonsondergang, maar ook vroeg in de morgen boek je soms goede vangsten.
Het middelste gedeelte van de dag is het stukken minder en kan je best vermijden.
Bij vol zonlicht houden de aasvisjes zich immers schuil en houd ook onze jager er mee op.

Een rustige zuid- of zuidwestenwind heeft ook mijn voorkeur.
 
Als u deze gegevens aan elkaar koppelt, heeft u in 80% een grote kans op succes.
Maar zeebaarsvissen is zeer wispelturig. Meestal komt dit door een combinatie van verschillende factoren. Daarom nog wat bijkomende regeltjes.
Mooi rustig weer met enige bewolking is top.
Harde wind en grote golven zijn ongunstig omdat de scholen aasvisjes hierdoor verspreid worden en beschutting zoeken. Op zo'n dagen is het echter vaak goed vissen vanaf het strand.
Hier komt de zeebaars juist bij flinke golven de ondiepe stukken afstropen op visjes  die hier door de stroming naar toe gedreven zijn en in de felle wisselende stroming gedesoriënteerd stroom een gemakkelijk prooi worden.
Maar laat je zelf dan niet verrassen door de hoge golven. Bij stormweer blijf je het best thuis.
Kunstaasvissers hebben dan weer meer baat bij helder water liever dan troebel water.
Gewoon omdat ons kunstaas dan veel meer opvalt voor een op zicht jagende zeebaars.

 

Wat zijn nu goede zeebaars stekken?
Wanneer je als startende zeebaarsvisser voor het eerst naar zee trekt zonder een ervaren zeebaarsvisser als vismaat dan heb je geen idee waar en wanneer je moet beginnen.
Een goede stek moet niet alleen ons iets te bieden hebben, maar in de eerste plaats de zeebaars.
Er moet in de eerste plaats aasvis aanwezig zijn of ander voedsel zoals krab en garnalen.
En liefst nog een plaats waar er obstakels aanwezig zijn waar de zeebaars zich schuil kan houden. Klassieke stekken zijn steenstorten, golfbrekers, havenhoofden, en pieren.
Vist men vanaf pieren en havenhoofden, dan heeft men vlak achter de keien en zelfs daartussen een goede kans.
Vanaf het strand zijn een hoge branding en vloed de ideale combinatie om vlak langs de golfbrekers te vissen.
Dit zijn allemaal plaatsen met een
veranderende en sterkere stroming waar de zeebaars graag gebruik van maakt om een aasvis te grazen te nemen die door de stroming verrast wordt.

Er zijn echter ook topstekken die men niet zo snel als zodanig zou herkennen.
Bottlenecks, zijn hiervan een voorbeeld. Dit zijn versmallingen waardoor het water samengeperst wordt en dus op die plaatsen feller stroomt. Dit kan worden veroorzaakt door natuurlijke of kunstmatige omstandigheden, door een smalle doorgang tussen twee zandbanken of tussen een zandplaat en een dijk.
Maar ook door een versmalling zoals een brug of sluis of een haveningang (denk maar eens aan de Oosterscheldekering).
Zeker ook de moeite waard om wat meer aandacht aan te besteden zijn oester en mosselbanken. Deze hebben vaak een grillige bodem waar het wemelt  van het leven, er zijn hier veel krabben en aasvisjes aanwezig om zich te goed doen aan allerlei kleine organismen en die op hun beurt weer een lekkernij vormen voor de zeebaars.

Verder raad ik zeebaars en andere zeevissers aan om eens op stekkenjacht te gaan bij laag water. Op plaatsen waar het geheel of gedeeltelijk droog val krijg je nu meer inzicht in de bodemstructuur. Let daarbij op zaken als geulen, zand of slikplaten, richels en oester- of mosselplaten.

Zeker in de zomer, als het water warmer wordt, is de zeebaars vaak te vinden op deze ondiepe platen. Op veel van mijn topstekken is het zeer ondiep en heb ik mooie zeebaarzen gevangen op slechts een halve meter water. Dit is dan meestal op die plaatsen die droog vallen.
De eerste 2 uur bij vloed worden deze plaatsen graag bezocht door de zeebaars die hier komt azen op krabben,garnalen en kleine visjes. Boven die ondiepe zand en slikplaten warmt het water snel op en dit trekt veel kleine visjes aan. De zeebaars weet dit instinctief en zal hier zo nu en dan zijn portie komen opeisen.
Om dezelfde reden jaagt de zeebaars, bij voorkeur vlak voor zonsondergang, dicht onder de kant. Vaak zal dit een dijk zijn en meestal is het kortstondig, dus blijft alert op zulke buitenkansen.

Blijf daarom ook niet steeds hardnekkig doorvissen op een en dezelfde stek als er niets te vangen is. Zeebaars is immers als een roedel wolven, ze trekken rond op zoek naar prooi.
Daarom is het vaak ook zo dat je soms enkele uren aan het vissen bent zonder resultaat, en plots krijg je de ene aanbeet na de andere. Meestal zijn deze periodes dan ook nog vrij kort.
Vaak slechts 30 minuten en dan is het weer over en uit.
Zeebaarsvissen is dan ook een kwestie van zoeken en volhouden.

Als je echter vanaf een boot op wrakken vist speelt al het hierboven genoemde weinig rol.
Buiten de getijden die hier, zij het in mindere mate toch van toepassing zijn. 
 


 
Hengel uitrusting / Montages

Zeebaarshengel om vanaf het strand te vissen
Meestal volstaat de vertrouwde strandhengel van vier tot vijf meter met een soepele tip en een progressieve actie. Werpgewicht 100/200 gram. 
Daarop een sterke en snelle zeemolen. En doet de slip van die molen aan zee zelden dienst, met een flinke zeebaars aan de lijn moet die slip wel degelijk optimaal werken.
Steeds meer zeebaarsvissers kiezen echter voor een zware tweehandige spinhengel of karperhengel, met daarop een groot formaat spinmolen, een karper- of lichte zeemolen, gevuld met
nylonlijn van 30- of 35/00. Door stevige wind en golfslag wordt het lood te vaak los geslagen bij gebruik van rekloze gevlochten lijnensoorten. Hieraan komt in de meeste gevallen nog een voorslag.Een zeer goede voorslag is de zogenaamde 'getaperde' voorslag. Deze is ongeveer 9 meter lang, in dikte oplopend van 35/00 naar 70/00 mm. Het voordeel hiervan is dat je geen last hebt van een dikke verbindingsknoop. Varivas en Daiwa hebben deze in het assortiment.
En vanzelfsprekend vis je in de branding en een kolkende zee altijd met een (klap) ankerlood van ca. 150 tot 170 gram. Een pluspunt van dergelijk lood is ook dat er bij een aanbeet meer weerstand is, en de vis zich zelf sneller haakt.
Een klassieke kantmontage is een relatief fijne bodemmontage.
De montage is veelal dezelfde die voor gul wordt gebruikt maar iets lichter. Bij voorkeur één met een dikwijls meer dan een meter lange wapperlijn of een jojo en daaraan een vlijmscherpe en moeilijk te buigen haak nr. 1/0 of 2/0.
Zelf gebruik ik vaak ook
 2 haken. Omdat we met relatief groot aas vissen en de baars ook de andere zijde van het aas kan kiezen, dus het gedeelte waar geen haak aanwezig is, kan het gebeuren dat je op een beet aanslaat maar hierdoor gewoon het aas uit zijn bek trekt zonder ook maar de kans om hem te haken. De pennelrig ofwel dubbele haak is hier een passend antwoord op.

(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  

Het gros van de zeebaarsvissers kiest voor donkergekleurde haken en bovendien voor modellen met een middellange steel en een brede korte bocht.
Aanbeten worden op de hengeltop of op gevoel geregistreerd door de vislijn tussen de vingers te houden. Als aas gebruikt men hier meestal krab, zandspiering, wormen of zagers.
Ankerlood en onderlijnen worden eigenlijk alleen voor het 'statisch' zeebaarsvissen in muien, zwinnen en langs golfbrekers gebruikt.

Zeebaarshengel voor actief vissen
Hiervoor gebruiken we een zware spinhengel of een speciale zeebaarshengel met een werpvermogen van 10 tot 60 gram en een lengte tussen de 3 en 3.6 meter.
Let goed op de actie van de hengel, liefst een gevoelige top die vrij snel overgaat in een stevige rug.
Deze hengels kan je met veel power krom trekken tot in de handgreep.
Mijn voorkeur gaat uit naar een tweedelige hengel met daarop een werpmolen voorzien van 28/00 nylon of een gevlochten lijn, met een voorslag van anderhalve maal de lengte van de hengel uit nylon of fluocarbon.
Kunstaas vraagt vanzelfsprekend niet om speciale onderlijnen, hooguit een wat dikker stukje fluocarbonlijn juist voor het kunstaas en je kan vissen in  kustwater.
Als kunstaas kan je jigkoppen, werppilkertjes, lepels, spinners, maar ook reepjes vis of streamers met voorlood gebruiken. 
 
Zeebaarshengel voor het dobbervissen
Kies hiervoor een lichtere uitvoering van de hengel voor het passief vissen. Liefst met een zachte actie maar toch stevig genoeg om de haak goed te zetten bij een aanbeet.
Een zachte actie is beter om de woeste aanvallen vlak bij de kant en met weinig uitstaande of rekloze lijn op te vangen. Lengte tussen de 3.6 en 4.2 meter.
Als lijn gebruik ik een goede kwaliteit nylon lijn van 30/00. Mijn voorkeur voor nylon heeft alles te maken met de manier waarop er gevist wordt, dit zal in veel zo niet alle gevallen dicht onder de kant zijn in de nabijheid van stenen of basaltblokken.
Nylon is beter bestand tegen schuren, vandaar. Kiest je toch voor een gevlochten lijn gebruik dan zeker een voorslag van nylon.
Gezien het feit dat we meestal vlak onder de kant vissen, zelfs tot tegen de stenen/blokken aan doet u er goed aan een kleine dobber te kiezen, klein omdat deze weinig weerstand biedt.
De zeebaars is wantrouwend en sluw en bij de minste weerstand laat hij het aas los.
Er zijn diverse modellen dobbers in de handel van ca. 7 a 10 gram, waar het loodgewicht al gemonteerd is onder het drijflichaam, dus kant-en-klaar uitgelood.
Omdat het beste tijdstip voor deze visserij de avond en nachtelijke uurtjes zijn doet u er ook goed aan een dobber te kiezen waarvan de antenne van de dobber los is en kan vervangen worden voor een breek staafje, of waarop je een breekstaafje kan monteren.
Het hangt een beetje af van de diepte van de stek waar we vissen maar in veel gevallen is een haaklijn van 1,5 tot 3 meter voldoende, wel weer van kleurloze nylon of nog beter fluor carbon, deze is in water nagenoeg onzichtbaar. Is het nodig om op een nog diepere afstand te vissen, dan kan er ook een schuifdobber gebruiken met op de lijn een stuitje.
Als haak voldoet een 2/0 tot 4/0 maar wel van een sterke en zeer scherpe kwaliteit, een zeer goede keuze is de Kensaki 5030-B deze is beresterk en vlijmscherp.
Echter als u gebruik maakt van een pennel ofwel een dubbele haak, kies dan voor de bovenste haak een model zonder weerhaken op de steel, of knijp ze plat, anders beschadigen deze uw haaklijn.
Al naargelang de lengte van de haaklijn en de stroming kan je op +-30 cm boven het aas enkele loodhageltjes monteren, zodat het aas op diepte blijft.


Zeebaars boothengel
Bootvissers kiezen veelal voor boothengels van hooguit 2,75 meter en geschikt voor werpgewichten van maximaal 200 gram. Voor de zogenaamde "scholenbaars", vissen van hooguit een kilo, kan lichter hengelmateriaal worden gebruikt.

Voor het vissen vanaf een boot boven een wrak gebruikt men meestal met pilkers van circa 100gr.
Aan de pilker kan je ook nog een reepje vis of zelfs een klein dood of nog beter levend visje bevestigen.
Zeker dit laatste leverd aanzienlijk meer beten o.
Het vissen doe je best als volgt.
Men laat de pilker gecontroleerd naar de bodem zakken en vist hem daarna terug op deze manier:
enkele meter vlug ophalen, enkele seconden stoppen, enkele meter ophalen. Dit herhaalt men 3 tot 4 keer, waarna men de pilker terug naar de bodem laat zakken en herbegint.
Zit er zeebaars, dan volgt de beet binnen de twee drie worpen. Zo viste ik trouwens de eerste keer op zeebaars, samen met een specialist terzake.
Binnen twee uur was dit goed voor  +30 zeebaarzen boven de 2/3kg. Opvallend hierbij was dat er minder beten waren aan gevlochten lijn, dan aan nylon lijn. En dat was volgens Johan die hiermee meer ervaring heeft, altijd zo. Hij beveelt een voorslag aan van zeker 10 meter nylon aan. 
Vanaf de boot wordt ook met werplood gevist, en dat is dan meestal een wartellood met daarachter een lange wapperlijn, die met de stroom mee achter de boot te water wordt gelaten.
Ook ander kunstaas zoals shads of twisters kunnen op deze manier gevist worden.
 

 
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  

Aas en kunstaas

Aas
Zeebaars is een echte rover, die behalve andere vissen ook graag krabben en garnalen eet. Vooral zachte krab is een perfect aas voor grote baars evenals zandspiering, waarschijnlijk het enige aas dat zelfs niet hoeft te bewegen om nog te vangen.
Voor het dobbervissen is steurgarnaal dan weer een topaas.
Verder nog mesheften en verse inktvis, diepvries inktvis kan ook. Snij in reepjes taps toelopend van 4 centimeter lang.
Reepjes vers gevangen makreel is ook een prima aas voor de grotere zeebaars.
Bij het kantvissen met ankerlood en bij het bootvissen met lood en een lange wapperlijn, wordt veelal voor een hele verse zager gekozen. Soms rijgt men die geheel op de haak, maar even vaak wordt deze alleen door de kop aangehaakt, zodat de rest van de zager blijft "zwemmen" in het stromende water.
Zijn de zagers klein, dan kan men er meerdere op de haak prikken, het zogenaamde "octopusje".
Zeepieren worden in mindere mate genomen.

 
 
 
Shads/ staart twisters
Ik gebruik een paar soorten loodkoppen voor het vissen met shads. Dit zijn de style H-jig, bulletnose-jig en shadhead-jig. De shadhead-jig zet ik vooral in als het minder hard stroomt. Bijvoorbeeld op stekken waar met laag water een keerstroom ontstaat of iets later in het getij als er een onderstroom loopt doordat het opkomende water het afgaand water verdringt.
Voor het vissen vanaf de kant ga ik zelden zwaarder dan 28gram. Met gewichtjes van 14, 18, 22 en 28 gram kan ik de meeste situaties de baas.
De techniek van vissen met deze shad is vrij simpel. Werp in, richting de veelbelovende stek, laat de shad zinken naar de bodem en begin met binnen draaien. Héél langzaam binnen draaien, tergend langzaam binnen draaien en af en toe een tikje met de hengeltop. Zorg dat je dicht bij de bodem blijft vissen.
Met de juiste hengel voel je de staart bewegen op de hengeltop.
De aanbeet is vaak heel voorzichtig; de zeebaars zwemt dan achter je kunstaas aan en sluit even zijn mond om de makkelijke prooi heen, zonder echt wild te azen. Sla dan ook aan zodra je al een klein beetje meer weerstand voelt. Vaak volgt dan toch de explosie en de gierende slip.
Maar in evenveel andere gevallen neemt hij het kunstaas met een forse ruk, en is aanslaan soms niet echt meer nodig.
Het type shad dat ik graag gebruik voor zeebaars vissen heeft een flinke staart in de vorm van een schoep, met een dunne, flexibele overgang naar een weer driehoekig gevormd lijf. De maten van 8 tot 12 centimeter zijn goed. De kleuren of combinaties van de kleuren, fluor wit, zwart, blauw, chartreuse, groen, wit, roze, rood doen het uitstekend.
Maar ook met sommige merken twisters weet ik vaak goed te vangen evenals met Bucktail.
De enkele haak in combinatie met diverse loodkopvormen zorgen ervoor dat vastzitten beperkt wordt.
Nou ja, beperkt, op een moeilijk plekje en als je een beetje pech hebt verspeel je toch zo’n 5 tot 10 loodkoppen per vissessie. Dan valt soms wel tegen, maar het hoort erbij.
Je kan dit makkelijk voorkomen door “hoger” te vissen of sneller. Maar dat gaat ten kosten van de aanbeten.
 
Spinners
Deze gebruik ik meestal als het minder hard stroomt of in troebel water.
In gewicht tussen de 10 en 22gram.
 
Lepels en werppilkers 
Sommige stekken op grote afstand zijn vaak alleen haalbaar met een slanke lepel, elk ander kunstaas is hier niet bruikbaar (je haalt simpelweg de betreffende geul niet). De lepel heeft bovendien een vangkracht die moeilijk te evenaren is.  Met de lepel kunnen we verschillende waterlagen afvissen en ook over een grotere afstand. We laten de lepel gewoon wat dieper afzinken of juist niet, zo kunnen we zoeken waar de baars aast.
Ook heeft de lepel een perfecte zichtbaarheid voor de zeebaars, door zijn kantelbeweging wordt het licht gereflecteerd in alle richtingen over grote afstand. Het vergt wel wat ervaring en feeling de lepel de juiste snelheid en actie te geven om het stuk metaal op een aantrekkelijke aasvis te laten lijken. Let eens op uw hengeltop en voel of de lepel een actieve zigzag beweging maakt, door sneller of langzamer te draaien kunnen we er de maximale actie uit halen.
Je zal ervaren dat hoe smaller de lepel is, des te sneller je hem moet binnenvissen.
Wees niet bevreesd om snel binnen te vissen, iedere zeebaars haalt uw kunstaas gegarandeerd in. Draai gerust flink door, het zal de zeebaars zijn jachtinstinct juist prikkelen.
Bij felle stroming gebruiken we een smalle lepel van zo’n 28 gram, het liefst met het zwaartepunt aan de achterkant. Bij normaal stromend water gebruik ik een lepel met een wat breder blad van 18 tot 32 gram, deze is ook goed te gebruiken op (zeer)ondiep water.
De werppilker acht ik minder geschikt vanaf de kant, we kunnen hem wel inzetten in zeer diep water of met een forse stroming. Er bestaan ook tussenmodellen half pilker half lepel, deze zijn dan weer meer geschikt. De echte pilker heeft te weinig actie.
Een zeer goed model om mee te starten is zeker de Abu Garcia Toby. Verkrijgbaar in 18.20 en 28 gram.
De kleur die ik kies voor mijn lepels is naturel, zilver of zilver/blauw en soms een zwarte of witte.
Meestal vervang ik de dreg van mijn lepels door een deugdelijk exemplaar van Gamakatsu
of Mustad in maatje 2 met dubbele splitring. De zeebaars slaagt er namelijk wel eens in de lepel uit zijn bek te schudden, een dubbele splitring heft dit deels op.

Pluggen
De plug is de laatste jaren enorm gestegen in populariteit. Zagen we destijds alleen lepels en de legendarische bucktail langs de waterkant, tegenwoordig zie je steeds meer pluggen.
Er zijn veel prima pluggen die goed te gebruiken zijn en ook nog eens leuk vangen. Wel moeten we gaan opletten wat de waterdiepte is van de stek en op welke diepte we willen gaan vissen. Iedere plug heeft zijn eigen diepte, door de snelheid van het binnenspinnen te variëren kan je wel iets hoger of dieper vissen, maar dit is beperkt.
We zullen dus moeten gaan wisselen van plug willen we dieper of ondieper gaan vissen.
Nog een minpunt is de afstand die we kunnen werpen met de plug. Pluggen zijn zeker niet geschikt voor erg grote afstanden. Er zijn wel pluggen die iets beter werpen, door een gewichtje in de vorm van stalen kogels die naar voren rollen tijdens de worp en zo de plug beter in balans brengen. Een goed voorbeeld hiervan is de Long cast Minnow van Rapala.
Nog een tip voor de beginnende zeebaarsvisser, kijkt u uit met diep duikende pluggen en zinkende zoals de Sliver of de Magnum sinking (Rapala). Op ondiepe stekken bent u voor u het weet 8 tot 12 euro lichter door vastlopers.
We kunnen echter prima vangsten boeken met de plug en zeker in troebel water waar geen goed zicht is, zijn we met een ratelplug in het voordeel. deze isvoorzien van kogeltjes die een tikkend geluid produceren en zo de zeebaars er nog beter op attent maakt.
Ook in ondiep water is de plug goed inzetbaar, we kunnen de ondiep duikende plug lekker hoog vissen. Het is echter het kunstaas waar ik het minst mee vis op zeebaars omdat
ik er meer missers en lossers mee krijg dan me lief is.

Poppers
De popper is een drijvende plug zonder schoep en blijft dus aan de oppervlakte zonder te duiken. De popper wordt ingezet op het moment dat de zeebaars zichtbaar aan de oppervlakte jaagt. Vaak gaat dit gepaard met kolkende baarzen, en duikende zeevogels.
Dit zie je meestal op warme windstille zomeravonden als de aasvis hoog zwemt.
Vis ik minder graag met pluggen, dan vormen poppers daar wel de grote uitzondering op.
Het is immers een vrij spectaculaire manier van vissen. De sensatie van een aanbeet op de popper laat je vlug die ene verspeelde vis vergeten.
Het gaat als volgt, we werpen de popper over de baars en vissen binnen met korte felle rukjes van zo,n 20 cm. De z.g.n. walking the dog techniek. Als de aanbeet volgt is deze niet alleen keihard, maar tevens zien we de zeebaars een kolk slaan als hij het aas grijpt. Tegelijkertijd een dreun en een aanbeet die we visueel kunnen waarnemen. Ik wil dan ook een iedereen aanraden, voor deze (redelijk zeldzame) gelegenheid altijd een poppertje in uw tas te hebben.
Wel even een waarschuwing, wie één of meerdere zeebaarzen heeft gevangen met de popper is voorgoed verslaafd aan deze manier van vissen.
Er zijn een aantal verschillende poppers, sommige hebben een holle schoep, andere een propellertje of een paar kogeltjes. Deze dienen om de aandacht van de zeebaars op het aas te vestigen, er zijn er ook zonder dit alles.
Maar als de zeebaars agressief aan het oppervlakte jaagt, neemt hij ze allemaal te grazen om het even met welk model je vist, dus kiest u maar !

 

 
Montage voorbeelden
Dit zijn slechts voorbeelden die aangepast kunnen worden volgens de omstandigheden.
Zie ook hoofdstuk basistechnieken/lijnmontages/zeevissen 
(klik op de afbeelding voor een vergroting)

                                      

 Voorbeelden van bruikbare montages vanaf het strand. (Klik op de afbeelding voor een vergroting)  
1-Montage met dubbele haak, pennel rig. Te gebruiken met of zonder impact shield.
2-Eenvoudige jojo montage. Voor slecht weer. Deze montage werp je bij extreem slecht weer bijna nooit in de war. Vanaf windkracht 6, van voor of opzij is dit de beste keuze. Ook goed te gebruiken in gebieden met veel hang gevaar. Je hebt direct contact met de vis en de combinatie kan snel en goed over hindernissen getrokken worden.
De wartel aan de hoofdlijn kan ook vervangen worden door een pulley bead.
3-Simpele no-nonsens montage met pennel-rig, maar kan ook met enkele haak.


(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  
Montage met dobber, eventueel met breekstaafje voor het vissen boven rotsen en naast strekdammen.
In het vb is gebruik gemaakt van een albatros fuso dobber gemaakt van foam die goed bestand is tegen zout en nooit lekt. Deze dobber kan ook voorzien worden van een breekstaafje. Beschikbaar in 10-20-30gr. De dobber kan eventueel schuivend of vastgeklemd gemonteerd worden.

(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  

Deze montage is voor het actief slepend vissen met pluggen, shads, jiggen of elk ander kunstaas. Zandspiering kan ook.

 
(Klik op de afbeelding voor een vergroting)  
Een montage die ook gebruikt kan worden voor zeebaars

Twee voorbeelden van dobbermontages met centraal gat. (Klik op de afbeelding voor een vergroting)  


 


  

 2 voorbeelden van dobbermontages die zowel voor zeebaars of mits wat aanpassingen ook voor geep kunnen gebruikt worden.
Montage 1 is een vaste montage en 2 is een schuivende montage.
 
Artikels over zeebaars
klik op het het gewenste artikel
artikel: Vissen op zeebaars met de dobber en steurgarnaal.
artikel: vissen op zeebaars met de dobber en loodkop.
Artikel: Vissen op zeebaars met de spirolino of bombetta werpdobber.
Artikel: Dobbervissen op zoutwater
 
 
 
 


 
Links naar Video's Youtube
zeebaars met kunstaas tips: https://youtu.be/GRL-e7Mr3aA
Europoort kunstaas: https://youtu.be/ZKgIb_vSUis
 


 

Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.