Gegevens |
Het Leopoldkanaal
loopt door de provincies Oost- en West Vlaanderen, globaal in westelijke
richting vanaf Zelzate (net tegen de grens met Nederland) tot aan
Zeebrugge. Ter hoogte van Sint-Laureins bevindt zich een kantelstuw die
het kanaal in twee delen verdeelt. Het westelijke deel watert af naar
Zeebrugge om daar via een pompgemaal uit te monden in de Noordzee. Vanaf
Maldegem loopt het kanaal hierbij parallel aan het Schipdonkkanaal. Het
oostelijke deel van het kanaal watert via de Isabellawatering en het
vijzelgemaal te Boekhoute af naar de Braakman (Nederland) om
uiteindelijk in de Westerschelde uit te monden. Het kanaal heeft een
lengte van iets meer dan 40 kilometer en een oppervlak van circa 80
hectare. De gemiddelde breedte van het kanaal bedraagt ongeveer 20
meter.
Diepte 1.1 tot 2.8 meter.
De bodem van het kanaal bestaat grotendeels uit zand, die plaatselijk
bedekt was met bladafval. De vegetatiebedekking is zeer beperkt, waarbij
soorten als riet, gele plomp, gekroesd fonteinkruid en grof hoornblad
aanwezig zijn. De oevers zijn grotendeels beschoeid met houten palen en
doek of bestaan uit een betonnen damwand, plaatselijk is een
natuurvriendelijke oever aanwezig in de vorm van een vooroever
|
Vissoorten |
Visbestand opname IBW 2015:
In totaal zijn er in het kanaal negen verschillende vissoorten
aangetroffen: paling, baars, blankvoorn, pos, snoekbaars, karper, snoek,
rietvoorn en marmergrondel.
De omvang van het visbestand in het Kanaal naar Beverlo is geschat op
45,5 kg/ha en 1.230 stuks/ha.
De visbiomassa bestaat voornamelijk uit baars (30%), karper (22%), snoek
(20%) en rietvoorn (15%).
Op basis van aantallen wordt het visbestand in het Kanaal naar Beverlo
gedomineerd door baars (89%).
De aangetroffen predatoren in het Kanaal naar Beverlo zijn de soorten
baars, snoekbaars en snoek.
|