Klik hier om naar index droomvissen te gaan

Kopvoorn/Squalius  cephalus  
 

 
De kopvoorn,  synoniem Leuciscus cephalus, behoort tot de Cyprinidae (karperachtigen).
De kopvoorn heeft grote schubben (44-46 schubben langs de zijlijn). Jonge exemplaren zijn goed te herkennen aan een netvormig patroon rond de schubben en bij vooraanzicht de enorm brede bek.
e grote exemplaren hebben een bolvormige aarsvin en zijn aan hun lichaamsvorm en grote schubben goed te herkennen. Het lichaam van de kopvoorn is spoelvormig.
Max. lengte/gewicht: 60cm/4.2 kg.
Leefgebied/gedrag: Riviervis. In sterke stroming en helder water, maar ook in enkele meren en soms in brak water.  Eet allerlei voedsel van vis tot insecten en hun larven. Ook plantaardig voedsel.
Kleine visjes zijn het hoofdvoedsel van grotere kopvoorns. 
Vrij schuwe vis, zeker de grote exemplaren. Jongere vissen vaak in scholen. Oudere meestal solitair. 
Vistechniek
Geen andere witvis is zo'n schrokkop als de kopvoorn. Hij vreet zowat alles, visjes, deegbolletjes, dood of levend aas, plantaardig of dierlijk voedsel. Toch zijn de grotere exemplaren ontzettend schuwe en moeilijke vissen. Hij is gedurende het gehele jaar te vangen en de winterkoude lijkt de eetlust van de kopvoorn nauwelijks te beïnvloeden. Het beste is een stabiele temperatuur en helder water. Kopvoorns kunnen met een bodemmontage of zelfs met een quivertip gevangen worden maar het zijn geen bodemwoelers, ze nemen het liefst vrij zwevend of drijvend voedsel en voedsel dat over de bodem komt aandwarrelen.
De grotere exemplaren jagen meer op kleinere prooivisjes.
Je kan ze dan ook het best bevissen met de matchhengel, vliegvissen of met kunstaas.

Visstekken
Kopvoorn houd zich in principe overal in de rivier op, maar het vinden van een goede stek is niet echt gemakkelijk. Sommige plaatsen zijn door de plaatselijke hengelaars gekend, dus informeren kan helpen. Doorgangen tussen plantenbedden, grote tapijten drijvende planten, en onder overhangende bomen zijn vrij goede stekken. Het liefst al deze plaatsen met een bodem die bestaat uit zand en grind. Maar het gebruikelijkst is het water opserveren op zoek naar stilstaande grijze schaduwen. In rivieren zoals in onze Ardennen is dit door het helder en vaak ondiep water vrij gemakkelijk.

Vissen met de matchhengel
Vissend met de matchhengel kun je een enorme oppervlak bestrijken. Een waadbroek of lieslaarzen zijn hierbij onontbeerlijk. Het vliegvissen buiten beschouwing gelaten, is dit volgens mij de beste manier om op kopvoorn te vissen.
Een matchhengel met een behoorlijke lengte (4 meter) en een testcurve van 1.25 lb volstaat. Verder een werpmolen met nylon of gevlochten draad, trekkracht 5kg. Bij gebruik van gevlochten draad verdiend het de voorkeur om een onderlijn te gebruiken uit nylon of fluocarbon vanwege de zichtbaarheid. Als dobber gebruiken we een stickdobber.
Het draagvermogen van de dobber is afhankelijk van de stroming. Vissen we in ruwer water of op grotere afstand, dan verdiend het de voorkeur om een dobber te nemen met een dikkere topantennen vanwege de zichtbaarheid. Gezien het feit dat we vaak dicht tegen de bodem vissen is een onderlijn, die iets dunner is dan de hoofdlijn het overwegen waard. Zo verspeel je bij het vastlopen aan de bodem niet iedere keer je montage. 
Onderstaand enkele voorbeeld montages met een stickdobber, maar er zijn nog andere montages zoals de avonmontages mogelijk. Deze kan je vinden onder " lijnmontages/match hengel " 
 

Klik op de afbeelding voor een vergroting  
Aassoorten
Kopvoorn is een alleseter, dus we kunnen zowat met alles vissen dat eetbaar is. Toch zijn er enkele aassoorten die er uitspringen. Zo zijn wormen het best als de rivier troebel is door regenval.
Maden en maïs zijn het eenvoudigst in gebruik en kunnen tezelfdertijd als lokvoer gebruikt worden.
Verder nog brood, kaas en deeg.
Een recept voor kaasdeeg:
Een tot wee dagen oud wit brood en eenzelfde hoeveelheid oude kaas mix je in de blender.
Op het laatst voeg je wat margarine toe en mix dat nog even door. Het resultaat is een fijne klomp deeg.
Is het mengsel te slap dan voeg je nog wat brood toe, is het te hard dan helpen wat druppeltjes olijfolie.
Voeren
Voeren doen we een gekocht voertje. Een grof feedervoer werkt uitstekend. Hou bij het voeren wel steeds rekening met de stroomsterkte. Bij sterke stroming kan je door toevoegen van leem het lokaas zwaarder maken, anderen gebruiken kiezels om het op diepte te brengen. Vissen we met maïs of maden, dan lokken we de vissen door steeds kleine hoeveelheden hiervan stroomopwaarts onze visstek te strooien zodat het reeds op onze stek over de bodem huppelt.
 

Viswijze
We starten met een dobbermontage waarbij we de dobber op de stroom laten drijven, maar deze geregeld afremmen waardoor het aas hoger in het water komt te liggen. Wil je het aas steeds hoog vissen, gebruik dan een verdeelde loodmontage. Is het koud en liggen de vissen strak tegen de bodem, dan kan het zelfs noodzakelijk zijn het lood vlak boven de bodem te groeperen, waardoor je het haakaas in het verlengde van het onderste lood vist.


Vissen met de spinhengel
Kopvoorns en zeker de grotere exemplaren zijn geduchte rovers. Kleine visjes en visbroed staan dan ook in bepaalde periodes hoog op hun menu kaart. Grote kopvoorns zijn hierdoor gericht te bevissen met klein kunstaas of getakelde visjes. Bijvangsten van andere vissoorten zoals forel kunnen we helaas niet uitsluiten, maar daar ben ik alvast niet kwaad voor.
Materiaal:
Iedere lichte spinhengel met een werpgewicht van 10 tot 20gr gram en de nodige ruggengraat kan hiervoor dienst doen, ook wanneer je van plan bent om niet met kunstaas maar met getakelde aasvisjes te vissen. De typische aasvis (snoekbaars) hengels zijn te slap voor de sterkere stroming omdat ze hierdoor steeds onder druk staan. Een kleine werpmolen met een hoge inhaalsnelheid en gevlochten lijn van 3-4 kg maakt de uitrusting compleet.
Soorten kunstaas:
Kopvoorn jaagt op zeer kleine visjes, dus alle kunstaas in zijn kleinste vorm is goed. Ondiep duikende plugjes tot 5cm en spinners in de kleinste maten staan op nr 1 gevolgd door allerlei softbaits.

Vissen met de vliegenhengel
In de warme periodes is de kopvoorn vaak extra actief tegen de oppervlakte en kan je menig kopvoorn op een drijvende vlieg vangen. Grote vliegen met een goed drijfvermogen zijn daarbij de favoriet zoals bv een palmer. Het kan daarbij voorkomen dat een schaatsende of trekkende vlieg vlugger genomen wordt dan een natuurlijk afdrijvende kunstvlieg. 
Ook op natte vliegen en nimfen lukt het om kopvoorn te vangen. Steenvliegnimfen of grote vlotkreeften zijn vaak favoriet. Aan u om hiermee te experimenteren.
 

 
5.72 kg/80cm Gurk rivier Oostenrijk 1991 Franz Wutte/eigen vangsten: Geregeld gevangen in de Belgische Ardennen tijdens het vliegvissen. Grotere exemplaren vaak met de worm als aas.

 

 

Links naar Video's Youtube
Met worm: https://youtu.be/8ZDJNBcOnvs
Met kunstaas: https://youtu.be/0GbEzmKKXKo
Met shad: https://youtu.be/IVGRh_pU6JQ
Met vliegenhengel: https://youtu.be/PnoqFtEiU5w
 
 
 
Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.