De schorpioenvis leeft meestal solitair, en heeft een grote kop met grote bek. Hun tekening is gevlekt en kleurig. De rugvin heeft 11 tot 17 stekels, de borstvinnen zijn goed ontwikkeld met 11 tot 25 stralen. Een steek van de giftige vinstralen in de rugvin is pijnlijk en kan bij sommige soorten gevaarlijk zijn voor de mens. De doornen van de rug-, buik- en aarsvinnen hebben gifklieren aan de basis.
De meest soorten zijn bodembewoners en voeden zich met kleine vissen en kreeftachtigen. Soms gebruiken zij het gif van hun vinstralen om hun slachtoffers te verlammen alvorens deze te verzwelgen.
Vistechniek:
Wordt niet gericht bevist, maar komt
voor als ongewenste bijvangst tijdens het bodemvissen.
Vaak
aan stukken vis.
Bij het onthaken, en ook
daarna maakt hij een padachtig geluid. Verweer heeft hij niet, behalve zijn
grote bek open zetten
zodat je veel weerstand van de stroming krijgt als je hem binnen haalt, en
(niet op waarheid gecontroleerd) hij plast op zijn staart,
wiebelt dan met die staart zodat het vocht overal rond vliegt. Komt het in je
ogen dan ben je gedurende een paar uur, soms een volledige dag out. Brand enorm, je ziet nog wel maar
hebt zoveel pijn dat je liever de ogen niet opent. Enige remedie is echter de ogen wel openen en de lucht zijn
werk laten doen.
Hieronder een voorbeeld.
Eigen vangsten: Regelmatig als bijvangst bij het bodemvissen in
Senegal exemplaren tot 35cm