Home                                 

                          
                       
 
 
Tonijn  

Vistechniek algemeen voor de soort 
(klik op de afbeelding voor een vergroting)
De tonijn behoort tot de sterkste tegenstanders van de vissers. En voor velen is het dan ook een droom om er ooit eens een van behoorlijk formaat te vangen.
De grootste tonijnsoorten behoren daarbij tot de sterkste en vechtlustige big game vissen. Ze zijn één pakket spieren met een onvoorstelbare kracht en uithoudingsvermogen. Wie de strijd met een grote tonijn wil winnen, heeft niet alleen een goede uitrusting nodig, maar vooral ook een prima lichamelijke conditie.
Marlijn, speervis, zwaardvis en tonijn behoren tot de meest beheerde big-game vissen. In het hoofdstuk Techniek/Big-game kan je alle basistechnieken, materialen, rig methodes en nog veel meer terug vinden. Het is dan ook een hoofdstuk dat je eerst moet lezen voor je hier verder gaat.
Veel technieken , materialen en gebruikte uitdrukkingen worden daar uitgebreid uitgelegd.  

 

Waar:

Tonijnen komen over de gehele wereld voor in wateren met een temperatuur van minimaal 13°.
Ze behoren tot de meest gewilde vissen op de markt. Het stevige vlees met weinig graten en een goede smaak is overal gewild. Sommige tonijnen worden voor aanzienlijke bedragen tot meer dan 10.000$ per tonijn verkocht. In veel landen is er echter een beperking, ook voor sportvissers. Al is de gevangen hoeveelheid door sportvissers verwaarloosbaar in verhouding tot de gevangen hoeveelheid wereldwijd, circa 800.000 ton.
In sommige streken mag je als sportvisser enkel een tonijn behouden voor eigen consumptie, en verkopen mag niet. Dus eerst even informeren terplaatse wat wel en niet mag  !

Het spreek vanzelf dat tonijn in het algemeen steeds zeldzamer wordt. Zeker de grotere exemplaren.
De vroeger zo uitstekende vangplaatsen in de Middellandse zee zijn nu vrij onbetrouwbaar qua vangsten.
De baai van Malaga is een van de beste plekken. Elk jaar vanaf maart zwemmen de tonijnen door de straat van Gibraltar de middellandse zee binnen. In juli tot eind oktober zwemmen ze terug.  
De canarische eilanden en de azoren zijn nog betrekkelijk goed. Canada, meerbepaald Nova Scotia , is gekend voor zijn enorme blauwvintonijnen. In september/oktober jagen de tonijnen hier vooral op makreel. In de winter worden ze dan weer vaak aangetroffen rond de West-Indische eilanden, bij Cuba en zuidelijk Florida. (Verder staan de bekendste vangplaatsen bij de soort vermeld.)
Als het water kouder wordt verdwijnen ze naar de dieptes van de open zee, en in de zomer naderen ze de kust om er te paaien. 
In de dichts bij ons gelegen gebieden begint het seizoen in juli en eindigt in november.
Maar dat verschild van plaats tot plaats. U zelf informeren vooraf is dan ook noodzakelijk wil je gericht op deze reuzen vissen.
De kleinere tonijnsoorten komen natuurlijk nog veelvuldiger voor dan de grote exemplaren, maar dat is ook logisch.
Materiaal:
Voor kleinere tonijn, tot 10kg, is dit relatief gemakkelijk. De vangst techniek is zowat gelijkaardig aan deze voor bonitos en skipjacks, en kan je bij die vissoorten dan ook terug vinden.
Hier gaat het hoofdzakelijk over de grotere soorten, en de vangst hiervan vraagt vaak veel voorbereiding, geduld, doorzettingsvermogen en geluk. Het zijn immers zeer opmerkzame, argwanende en moeilijk te verschalken vissen.
Grote tonijnen zijn echte krachtpatsers en vragen dan ook om dito materiaal. Wij Belgen en Nederlanders beschikken slechts uiterst zelden over hengels die hiervoor geschikt zijn, en moeten gebruik maken van het materiaal op de huurboot.
Tonijn tot 50kg kan nog met een stand-up uitrusting van 20/30 lbs, een molen of reel, en een harnas. Eenmaal boven dit gewicht is een echte big-game uitrusting noodzakelijk. Afhankelijk van de te verwachten vissen is die zwaarder of lichter.
Grote tonijn kan je slechts vanuit een vechtstoel met een goede kans drillen. De hengel blijft daarbij steeds in de houder van de stoel, zodat jezelf en je rug niet teveel onder druk komt te staan. De reel wordt bovendien aan de ruggordel bevestigt.
Alleen boten met deze uitrusting komen in aanmerking om gericht op tonijn te vissen.
Beroepsvissers op tonijn gebruiken meestal geen vechtstoel, maar plaatsen de hengels in houders op het dolboord aan de zijkant van het dek. Daar blijven ze ook staan gedurende de volledige dril.
Alles over boten, hengels, reels, kan je terug vinden bij "big-game/materiaal"
Hoe:
Je kan zowel slepend , driftend of voor anker op tonijn vissen.
Slepend vissen:
De meeste kleinere, tot ca. 50kg zware tonijnen worden tijdens het slepen gevangen.
Het slepen wordt in de eerste plaats gedaan om de vissen over een groot gebied te zoeken.
Vaak wordt hierbij gebruik gemaakt van "teasters". 
Als aas gebruikt men: lures, jiggen, imitatie-inktvissen, of levende en dode aasvissen.
Bij dode aasvissen verwijderd men de ruggengraat, zodat de vis bij het slepen zo natuurlijk mogelijk beweegt. Iedere bemanning heeft wel zo zijn manier om aasvissen te bevestigen, en het merendeel van de mogelijkheden kan je vinden bij "big-game/riggen" 

Het voordeel van dode aasvissen is dat er grotere haken kunnen gebruikt worden omdat deze deels verborgen zitten in de aasvis.
Aasvissen worden altijd zo bevestigt dat de neus in de vaarrichting getrokken wordt. Vissen met levend aas heeft in de regel echter het meest succes.
Springende aasvis soorten hebben bijna steeds nog een extra aantrekkingskracht.

In tegenstelling tot veel andere big-game vissen wordt het aas vrij ver achter de boot gesleept. Meestal tussen de 60 en 100 meter in het weer rustig geworden water.
Het slepen gebeurd vrij rustig, met een snelheid van circa 20km per uur.

Sleep je in het oppervlak dan gebruikt men doorgaans een montage zonder loodverzwaring, meestal met enkel een goede wartel waaraan de onderlijn met de haak komt.
Tonijn is vrij wantrouwig en daarom gebruikt men steeds nylon lijn en nooit gevlochten draad. Als onderlijn kan fluo-carbon lijn. Sommigen gebruiken staaldraad als er ook kans is op andere predators zoals grote baracuda, maar hiermee verklein je de kansen op tonijn aanzienlijk.
De lijndikte voor grote tonijn is 80 tot 130 lbs, en voor kleinere tonijn 15 tot 25 lbs.
De haak neemt men zo klein als mogelijk. 2/0 voor kleine tot 6/0 voor grote tonijn.
Deze moeten wel van het allerbeste staal zijn.
Vaak wordt de eerste 10cm lijn nabij de haak dubbel genomen als bescherming tegen doorschuren.  

Soms zitten de tonijnen echter dieper en jagen ze op "makreeldiepte". Dit is ongeveer 7/10 meter diep, maar kan ook dieper zijn.
In dit geval wordt het aas doormiddel van een "paravaan of dow-rigger" op diepte gehouden.

Tijdens het slepen stelt men de reel in op ongeveer 30% remkracht. Nog even extra de haak zetten na een aanbeet is dan ook echt nodig.


Een op een bleufish jagende  blauwvin

Driftend vissen:
Met driftend vissen worden in de regel grotere tonijnen gevangen.
Diftend vissen kan gedaan worden op plaatsen waar er tonijn verwacht kan worden, maar meestal wordt het gedaan als een school tonijn gelokaliseerd is, of in de omgeving van scholen aasvis.
Soms gebeurd het dat je jagende tonijn waarneemt, maar in de meeste gevallen wordt een school gelokaliseerd met teasters of met een sleeplijn waaraan met tussenruimtes van ongeveer 50cm, kunstaasjes zonder haken zijn bevestigt. Heeft men een school eenmaal gevonden, of blijkt een grote tonijn in de lokkertjes geïnteresseerd, pas dan begint men driftend te vissen.
Dat kan met een onverzwaarde lijn die op de stroming mee drijft. Maar meestal start men op verschillende dieptes. waarbij enkele lijnen met lood op een diepte van -7 tot -10 meter gehouden worden.
Van zodra de boot met driften begint, start men ook met "chunking". Dit is het inwerpen van kleine vis of stukjes vis. Best zijn hiervoor alle olieachtige vissoorten als sardines en makreel.
Bij het driftend vissen wordt de reel op 50% remkracht ingesteld. Daardoor is het vrijwel zeker dat een aanbijtende tonijn zichzelf haakt.
Geankerd vissen:
Beroepsvissers passen deze techniek meestal toe op die plaatsen waar ze echt grote tonijn verwachten.
Het is een techniek die ontzettend veel geduld vergt. Er moet soms urenlang gewacht worden voor er maar ook een tonijn op de dieptemeter verschijnt. Daarbij moet je over de nodige kennis beschikken om op een stek te vissen waar je een redelijke kans maakt.
Bij deze manier van vissen is lokaas echt onontbeerlijk.
(zie chummen).
Een goede dieptemeter is ook standaard bij deze manier van vissen. Hiermee wacht je op het verschijnen van die ene of enkele grote vissen.
Standaard worden de lijnen op verschillende dieptes uitgelegd. Meestal vier stuks op een diepte tussen de -50 en -90 meter en voorzien van lood tussen de 200 en 700gram.
Bij het vissen op grote diepte wordt zowel met de slip op 50% als met een uitgeschakelde rem gevist.
Dril en landing:
Direct na het aanslaan begint een strijd, waarbij het buigen of barsten is. Tonijnen blinken niet uit door een afwisselende vechtmethode, maar dwingen respect af door hun enorme kracht en uithoudingsvermogen.
Ze gaan er vandoor als een opgeschrikte mastodont, zonder dat er ook maar een kans bestaat dat je hem kan afremmen. Alleen de kapitein van de boot kan voorkomen dat de vis meteen 500 of meer meter lijn van de reel trekt en richting horizon verdwijnt , je achterlatend met een lege spoel.
Is die eerste fase voorbij, dan veranderen alle tonijnen hun tactiek meestal op dezelfde manier. Ze duiken naar de diepte.
Dat is de meest kritieke fase. Alleen als het water niet te diep is waardoor het eindeloos duiken verhinderd wordt, heeft men een goede kans. Zo haakte ik in Florida een tonijn die meteen naar de diepte dook, zonder eerste run. Daarbij meer dan 300 meter lijn van de reel meenemend. Ik viste niet op gericht op tonijn en 300 meter draad was het maximum op de gebruikte reel. Ik kon dan ook alleen toekijken hoe de spoel in snel tempo leeg  liep. Het toedraaien van de slip op het einde resulteerde alleen in lijnbreuk.
Andere big-game vissen vechten meer aan de oppervlak waardoor je steeds met de boot kan volgen en zo lijn terug kan winnen.
Maar goed , als de vis naar de diepte duikt , dan moet je zoveel als mogelijk tegendruk geven op de maximum breeksterkte van je lijn.
Daarbij tracht je door pompen zoveel mogelijk lijn terug te winnen.
Lukt dat, dan begint de derde en langdurigste fase van de dril.
De tonijn zwemt op geringere diepte in grote cirkels om de boot. Het is de taak van de kapitein om hierbij steeds de achtersteven in de richting van de vis te laten wijzen. 
De cirkels worden met de tijd steeds kleiner en uiteindelijk komt de vis dicht genoeg bij de boot en in het bereik van de gaf.
Een tonijn afdrillen is zo goed als onmogelijk. En zelfs dicht bij de boot verdedigt hij zich nog krachtig.
Kan je hem de eerste maal niet gaffen, dan is de kans groot dat hij er weer vandoor gaat en het een flink eind duurt voor je een tweede kans krijgt.
Extra tips:
Tonijn is erg wantrouwig tegenover een zichtbare haak. Verberg die dan ook zo veel mogelijk, of neem die zo klein mogelijk.
Gaat de stroming met de wind mee dan vis je met de boot voor anker.
Gaat de stroming tegen de wind dan vis je best varend.
Bij westenwind jagen de tonijnen vaak dichter bij het oppervlak.
Vaak bijt een volgende tonijn bij het slepend vissen pas als je de aasvis even uit het water getrokken word.
Nader je jagende tonijn, blijf er dan zo ver vandaan als mogelijk. Meestal heb je maar een of twee kansen voor ze opgeschrikt raken en naar de diepte verdwijnen, om pas na lange tijd enkele honderden meter verder weer op te duiken.


 
Links naar Video's Youtube
monster tuna fishing: https://youtu.be/jeP1zGCudLw
Dog tooth tuna: https://youtu.be/tnB_c_0Oa9E
Bleu fin tuna: https://youtu.be/DNCuAcim0rc
 

Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.