Ik bepaal mijn plaats steeds na observatie van het water waar ik wil vissen. En eigenlijk bedoel ik hiermee, even goed rondkijken, en niet zomaar willekeurig ergens gaan zitten.
In de zomer. 
's morgens tot en met de middag zoek ik altijd een plaats op de oever waar de zon het eerst op schijnt, en waar het water  verwarmd word door de eerste zonnestralen.  (de karper komt hier in het opwarmende water vaak zijn eerste voedsel van die dag zoeken) Dat kan echter ook een ondiepe plaats zijn in een groter meer. Op de middag tot 18 uur prefereer ik iets dieper water, en dit het liefst in de buurt van wat schaduw.  Vaak vis ik dan juist op de grens van zon en schaduw, zoals in de buurt van een brug of  ponton. Na 18 uur terug naar een andere plaats.  Dan zoek ik een plaats waar de zon de ganse dag op stond, en/of waar de wind naar toe blaast.  (Hier komt de karper 's avonds vaak massaal  zoeken naar het voedsel dat door wind en water samengedreven is)
In de winter.
Alle plaatsen waar het water enkele graden warmer is.

Meestal vis ik nooit echt ver uit de oever, slechts 1 of 2 meter, of tegen een tegenovergestelde oever of eiland aan. Vaak ook op plaatsen waar ik overdag  karpers zag zonnen of opmerkte door springen of andere bewegingen.  Die bevis ik dan in de morgen en avond. 
Het spreekt vanzelf dat er op bovenstaande vaak uitzonderingen zijn, Daarom heet het ook vissen.

De lijn is meestal niet dikker dan  18/00. In zeer sterk begroeid water is dat 25 tot 30/00. Mijn mooiste vis lande ik aan 12/00 en die woog toch 15.800 gr. Verder een dobber die zo licht is als de omstandigheden toelaten. Hiermee bedoel ik dat je hem duidelijk moet kunnen zien, en hij zwaar genoeg is om ondanks stroming en wind het aas op zijn plaats te houden.  Als je verder uit de kant vist, of bv tegen de tegenovergestelde oever dan moet hij zo zwaar zijn dat je er gemakkelijk mee de afstand  kunt overbruggen.
De haak is afhankelijk van het aas, en  zo groot dat je het aas gemakkelijk kunt aanbrengen, en slechts zo groot dat hij in het  aas verdwijnt.
Hengels: meestal voldoen de meeste normale karperhengels tot 12 ", slechts in uitzonderingsgevallen neem ik mijn toevlucht tot een lichtere match hengel bij kleinere vissen tot 4 kg en dieper water.  

Nou gewoon lekker u dobber uitleggen met het aas ruim op de bodem, wat extra aas regelmatig rond de dobber uitstrooien als lokaas, en dat heus niet overdrijven. Een blikje is ruim voldoende voor 4 uur vissen en lokaas.  En dan  wachten op de eerste tekens van een joekel van een karper.