Home   Email  

 

 

 

 

Vissen op Karper
Artikel

Klik op de afbeelding voor een vergroting  

Klik hier om terug te keren naar artikels karper
 


Spodden
 

Spodden is een voertechniek om vaak grote hoeveelheden lokvoer als partikels, pellets of een mengeling van aas en lokaas naar je stek te transporteren.
Dit doormiddel van een spodhengel en een spod.
Vaak gebruikt door hengelaars die niet over een voerboot beschikken of deze gewoon te omslachtig of te verstorend vinden, of gewoon omdat ze het voeren met een spod gewoon beter vinden.
De spod zelf is een of andere vorm van koker die gevuld wordt met voer.
De bovenkant van de spod is drijvend en kantelt in het water door het gewicht van het voer met de opening naar beneden waarbij de inhoud geledigd wordt.
Spodden is een methode die vooral goed werkt op wateren met een flink bestand aan niet al te grote karpers en flinke brasem, maar kan ook op andere wateren en vismethodes nuttig zijn. Aan u om dat uit te maken.

Er zijn verschillende soorten spods in zowel grote als model. Het klassieke model is de koker, maar er zijn er ook raketvormen, en er zullen waarschijnlijk nog wat afwijkende modellen bijkomen. Met die laatste kun je bijvoorbeeld heel kleine voerbestanddelen, zoals hennep of mini pellets zonder toevoegingen, doelgericht op een verder gelegen stek voeren, zonder dat het er tijdens de vlucht uitvalt.
Maar het principe blijft hetzelfde. Ik hou me dus voor dit artikel bij de standaard koker. 

De hengel / molen / draad:
Het spodden zelf gebeurd in de meeste gevallen met een aparte hengel. Dit gewoon al vanwege het gewicht van een gevulde spod. Alleen een klein model spod kan je ook nog werpen met een normale karperhengel. Maar ook dan gebruik je deze enkel als spodhengel, omdat je ook tijdens het vissen wil bijvoeren.
De standaard spodhengel heeft een testcurve van 3.5 lbs. Wil je echter afstanden van 80 meter overbruggen, dan is zelfs een 4.5 lbs niet overdreven.
Een spothengel mag ook niet al te veel ogen en een groot startoog hebben.
Hoe minder ogen hoe verder en gemakkelijker je gooit.
Verder moet hij vrij stug zijn, hoe stugger hoe beter.

Bij de molen is een grote spoel belangrijk. Hoe groter, hoe gemakkelijker je flinke afstanden kan werpen. Verder moet hij een behoorlijke inhaalsnelheid hebben. Het steeds inhalen van een spod over grote afstand vraagt immers behoorlijke wat tijd.

Als lijn is een drijvende gevlochten lijn het gebruikelijks. Liefst zo dun als mogelijk, weeral omdat dit gemakkelijker en verder werpt. Maar toch zwaar genoeg voor het gewicht van de beoogde spod. (ongeveer 15/00)  
Wat wel uiterst belangrijk is, is het gebruik van een voorslag uit nylondraad of speciale shockleader. Dit vangt namelijk de eerste druk op tijdens de aanzet van de worp, waardoor de lijn niet breekt. Dit door de rek die nylon geeft. (30-50lbs)
Een ander pluspunt hiervan is dat de lijn ook niet door je vingers snijd.
Om die reden gebruiken veel vissers ook een vingerbeschermer of casting protection glove, net als dit bij het strandvissen (waarbij het ver werpen centraal staat)
De lengte van de voorslag hou ik op ongeveer 2x de hengellengte. 
De voorslag knoop ik aan de hoofdlijn doormiddel van een waterknoop. Deze knoop is heel plat en glijdt gemakkelijk door de ogen van de hengel.

Het werpen.
Ik ga er van uit dat je de visstek reeds voldoende gepeild hebt en precies weet waar je voer moet komen of dat je hiervoor gebruik maakt van een marker waarop je kan richten.
Voor je er ook maar aan denkt om te beginnen moet je eerst nog je molen en lijn goed nat maken, evenals de hengelogen. Het is een kleine moeite maar vergemakkelijkt het werpen aanzienlijk en het voorkomt knopen.
Controleer voor de worp ook steeds of de lijn goed door de ogen gaat en ook niet achter het topoog blijft haken. Anders zorgt dit gegarandeerd voor een gebroken hengeltop.

Het werpen zelf doen we steeds met de overhead worp.
Wat de werptechniek betreft, oefening baart kunst. Zorg dat de spod voordat je uitwerpt, circa een halve hengellengte onder je hengeltop hangt. Belangrijk is dat je absoluut niet met een polsbeweging gooit. In plaats daarvan kun je beter met een gestrekte arm werpen en je eigen gewicht gebruiken, waarbij je bij de werpbeweging je gewicht verplaats naar je voorste been. Zo haal je meer kracht uit de worp en vergroot je de zwiep. 
Bij een gelijkmatige worp vermindert het risico dat er al tijdens de vlucht voer uit de spod valt. Wijs tijdens de worp naar de plek waar de spod moet landen, hierdoor gaat de lijn gemakkelijker en met minder wrijving door de ogen.
Houd je hengel sowieso hoog, omdat je bij de eindfase van de vlucht, een buffer nodig hebt om de klap van de spod op te vangen.
Raakt de lijn de lijnclip dan kun je dan nog even meegeven voor een mooie, zachte landing van de spod.
 

Wanneer de spod eenmaal doel getroffen heeft, moet je even geduld hebben totdat het binnendringende water door de openingen het voer uitspoelt en het drijflichaam de spod omdraait. Om zeker te weten dat de spod helemaal leeg is kun je nog een paar tikken geven zodat de spod weer even kantelt. Zo ben je zeker dat je na het binnenhalen een lege spod aantreft.
Bij het binnenhalen moet je eerst de lijn helemaal strak draaien en vervolgens hard trekken. Hierdoor komt de spod naar boven en gaat het binnendraaien een stuk gemakkelijker.
Zorg er ook voor dat je bij het binnendraaien hetzelfde tempo aanhoud zodat de spot gelijkmatig over het water stuitert.
 

Wanneer je de stek al spodden van genoeg voer hebt voorzien (1 of 2 kilo is meestal genoeg), dan maak je de hengels waar je mee gaat vissen gebruiksklaar maken.
De juiste werpafstand vind je bij de spodhengel, waarbij de lijn in de clip vast zit.
Deze werpafstand breng je over op de hengels waarmee je gaat vissen.
Neem daarbij ongeveer de helft van de diepte extra om perfect op de voerplek te vissen.
Ik markeer de afstand ook altijd met een markeerstift, maar is dit om de een of andere reden verdwenen, dan heb je nog steeds de afstand op je spodhengel.
 
Spotlokvoer :
Laat ik eerst eens beginnen met een wat algemene spotmix die bestaat uit uiteenlopende voedseldeeltjes, en die je zo in de spot kan vastdrukken. We nemen hiervoor een grote kom waarin we alles goed kunnen mengen. Dit doen we natuurlijk vooraf thuis.
Eerst enkele handjes gekookte hennep gevolgd door wat boilies in verschillende maten als we het niet op brasem voorzien hebben. Indien wel kan je die achterwege laten.
1/3 van de boilies splijten we, en 1/3 verkruimelen we. Hiervoor kan een verkruimellaar erg handig zijn. Het resterende 1/3 laat je intact.

Maïs en mini pellets in verschillende maten en smaken mogen zeker ook niet ontbreken.
Je kan ook wat casters en maden toevoegen, al trek je hier ook meer brasem mee aan. Maar deze ingrediënten zorgen vaak wel voor een instant respons.
Vergeet ook niet wat zout. Dat zal de smaak van alle ingrediënten aanzienlijk versterken.
Verder nog wat oliehoudende smaakstoffen die het geheel wat plakkerig maken
Nu een tiental minuten laten rusten.
En als slot voegen we wat droge boilie mix of een grondvoer toe tot het geheel de juiste dikte bereikt.
Dit moet plakkerig en ietwat taai zijn, maar toch langzaam onder water uiteenvallen.
Deze mix kan je zo in de spot duwen en vliegt er tijdens het werpen niet uit.

Je wilt soms niet met een voer vissen dat ook veel brasem aantrek, dan moet je voor een andere lokaas kiezen zoals vermaalde pellets, boilies, mini pellets of een ander aasingrediënt.  Hiervoor kan je gebruik maken van een of andere vorm van openklappende spot, maar het kan ook gewoon met de standaard pot.
Je vult deze eerst met het gewenste lokaas en dekt dit dan af met een apart aangemaakt taai lokvoer. 

Extra tips:
Zorg ervoor dat de emmer met de spotmix naast je staat tijdens het spotten. Zo verlies je weinig tijd.
Ook is het interessant om een tweede emmer met water te voorzien om je handen geregeld schoon te maken.
Tijdens de sessie kan je ook geregeld bij spodden om de stek te onderhouden, maar ook om voedselnijd te creëren. Dit doe je dan best met een kleiner model spod. 
 
 
 


Copyright © 2006 Noyelle Frans. Alle rechten voorbehouden.